Mots Croisés wonen 5Version en ligne adjectieven en adverbia i.v.m. wonen par Trudy Vanhove 1 iets samen gebruiken, het is ... 2 De huizen zijn even groot en kosten hetzelfde; ze zijn ... 3 voor het grootste deel 4 niet praktisch 5 zorgen voor 6 zulk, zo\'n 7 natuurlijk 8 Hij moest ... om 8 uur al thuis zijn. 9 Hij houdt van lekker eten en zijn vrouw .... 10 redelijk, nogal 11 het ... vervoer 12 van goede kwaliteit 13 niet boven 14 Iemand die goed met de handen kan werken is ... 15 tamelijk, in relatief hoge mate 16 niet klein 11 3 6 8 10 7 5 4 1 12 16 13 15 9 14