Mots Croisés Zwakke werkwoorden in de verleden tijdVersion en ligne Vervoeg de werkwoorden die tussen haakjes staan. Let op: het is allemaal verleden tijd! par no-one in particular 1 Ik (werken) aan mijn werkwoordspelling. 2 Wij (spelen) met zijn zusje. 3 Mijn moeder (koken) gisteravond mijn lievelingseten. 4 Vorige week (missen) ik mijn toets, omdat ik ziek was. 5 De studenten (vervelen) zich. 6 Het eten (smaken) lekker. 7 Vorige week (willen) wij met zijn allen naar de kermis. 8 Mijn hond (blaffen) naar de buurjongen 9 We (hoeven) niet ver te lopen. 10 Mijn broertje (lusten) zijn eten niet. 7 4 8 10 5 9 1 2