Icon Chercher des jeux
Icon Créer jeu Créer jeu

Wat een weer!

Compléter

(3)
Deze imperfectumoefening komt uit Zo Gezegd 2.2 schriftelijk.

Téléchargez la version papier pour jouer

Éditer icon Dupliquer
Créer un défi icon Créer un défi
Imprimer icon Imprimer le PDF
À propos de Compléter
nt2 th1
imperfectum
verba
36 fois fait

Créé par

Caroline Deltour
Caroline Deltour
Belgium

Top 10 résultats

  1. 1
    Julio Oyanguren
    Julio Oyanguren
    25:41
    temps
    100
    but
  2. 2
    Sorina
    Sorina
    07:53
    temps
    94
    but
  3. 3
    Stellamaris Cuacci
    Stellamaris Cuacci
    13:42
    temps
    88
    but
  4. 4
    Sofia Quaresma Serrano
    Sofia Quaresma Serrano
    01:42
    temps
    82
    but
  5. 5
    Valentina Sosa
    Valentina Sosa
    04:35
    temps
    82
    but
  6. 6
    Fatme Dzhevdetova
    Fatme Dzhevdetova
    06:39
    temps
    73
    but
Voulez-vous apparaître dans le Top 10 de ce jeu?
Connectez-vous
pour vous identifier.
Créez votre propre jeu gratuite à partir de notre créateur de jeu
Créez compléter
Affrontez vos amis pour voir qui obtient le meilleur score dans ce jeu
Créer un défi

Top Jeux

  1. temps
    but
  1. temps
    but
temps
but
temps
but
Vous avez dépassé le nombre maximum de jeux que vous pouvez imprimer avec votre Plan actuel.
Pour imprimer autant de jeux que vous le souhaitez, vous avez besoin d’un Plan Académique ou un Plan Commerciel.
Obtenir Plan Académique

Imprimez votre jeu

game-icon

Completar

Wat een weer!

Deze imperfectumoefening komt uit Zo Gezegd 2.2 schriftelijk.

Caroline Deltour
1

lag zaten was trok vloog was kregen regende mochten zaten waren donderde speelden waren sloeg vielen liep

Toen we jong ( zijn ) , ( zitten ) we in dezelfde klas op het Sint - Jozefinstituut . Toen we zestien ( zijn ) , ( zijn ) er een vreselijk onweer . We ( zitten ) in de les wiskunde . Het ( regenen ) heel hard en er ( zijn ) veel wind . Het ( donderen ) en de bliksem ( slaan ) in op een boom . Er ( vliegen ) een tak door het raam van onze klas naar binnen . Het glas van het raam ( liggen ) overal op de grond . Er ( vallen ) een paar stoelen om . De leraar ( trekken ) de stekker van de radio uit . Hij ( lopen ) naar de directeur om hulp te halen . We ( mogen ) naar de turnzaal . Daar ( krijgen ) we warme chocomelk en ( spelen ) we de rest van de dag basketbal .

Imprimer le PDF