Créer jeu
Créer jeu
Tous les jeux

De koekjesdief

Compléter

(2)
Vul de verba in. Gebruik het imperfectum.

Téléchargez la version papier pour jouer

Dupliquer
Créer un défi Créer un défi
Imprimer le PDF
À propos de Compléter
nt2 th1 imperfectum werkwoorden
48 fois fait

Créé par

Caroline Deltour
Caroline Deltour
Belgium

Top 10 résultats

  1. 1
    Patricia Fosuaa
    Patricia Fosuaa
    00:48
    temps
    100
    but
  2. 2
    Jonathan Van Hemelrijk
    Jonathan Van Hemelrijk
    01:36
    temps
    100
    but
  3. 3
    Fatme Dzhevdetova
    Fatme Dzhevdetova
    01:59
    temps
    100
    but
  4. 4
    Sofia Quaresma Serrano
    Sofia Quaresma Serrano
    02:00
    temps
    100
    but
  5. 5
    Dennis Martínez Soria
    Dennis Martínez Soria
    02:57
    temps
    100
    but
  6. 6
    Stellamaris Cuacci
    Stellamaris Cuacci
    03:03
    temps
    100
    but
  7. 7
    Julio Oyanguren
    Julio Oyanguren
    07:04
    temps
    100
    but
  8. 8
    Tugay Pehlivanoğlu
    Tugay Pehlivanoğlu
    07:40
    temps
    100
    but
Voulez-vous apparaître dans le Top 10 de ce jeu? Connectez-vous pour vous identifier.
Créez votre propre jeu gratuite à partir de notre créateur de jeu
Créez compléter
Affrontez vos amis pour voir qui obtient le meilleur score dans ce jeu
Créer un défi

0 Commentaires

Connectez-vous pour écrire un commentaire.

Top Jeux

  1. temps
    but
  1. temps
    but
temps
but
temps
but
Vous avez dépassé le nombre maximum de jeux que vous pouvez imprimer avec votre Plan actuel.
Pour imprimer autant de jeux que vous le souhaitez, vous avez besoin d’un Plan Académique ou un Plan Commerciel.
Obtenir Plan Académique

Imprimez votre jeu

game-icon

Completar

De koekjesdief

Vul de verba in. Gebruik het imperfectum.

Caroline Deltour
1

ging werd zag begon brak zat kwam nam nam kocht at nam at nam dacht was stond pakte gaf lag

Een vrouw ( staan ) te wachten op het vliegveld . Ze ( kopen ) een boek en een zak met koekjes . Ze ( gaan ) op een bank zitten en ( beginnen ) te lezen . Naast haar ( komen ) een man zitten . De man ( nemen ) een koekje uit de zak , die tussen hen in ( liggen ) . De vrouw ( nemen ) zelf ook een koekje . Als zij een koekje ( eten ) , ( nemen ) de man ook een koekje .
De vrouw ( worden ) boos en ( denken ) : wat een onbeleefde koekjesdief ! Toen er nog één koekje over ( zijn ) , ( nemen ) de man het koekje en ( breken ) het in twee stukjes . Hij ( geven ) haar de ene helft en ( eten ) zelf de andere helft op . Toen ze later in het vliegtuig ( zitten ) en haar boek ( pakken ) , ( zien ) ze in haar tas haar eigen zak met koekjes . Ze was zelf de dief geweest !

Imprimer le PDF