Compléter organismen & classificatie 2Version en ligne Gebaseerd op leerplannen Go! 3e jaar (volgens biogenie 3.2 go!) Stap 2 van het opbouwen van definities (stam + eigenschappen),waarbij de schrijfkader al veel minder gegeven wordt. par Brost Nancy 1 optisch eukaryoten duizendste tak prokaryoten eencellige organismen eerste domein schijnvoetjes domein waterorganismen organismen stoffen organismen cel optisch nakomelingen picometer celmembraan zwevende fotosynthese planten voortbewegen cel voortbewegen fotosynthese lengte celkern nanometer bestaat celwand eencelligen voortbewegen voorwerp voorwerpen rijk organismen 10 voortbewegen C levende vruchtbare eenheid domein trilhaartjes organismen eukaryoten indeling celwand overleven indeling ingedeeld plankton organismen structuur levensprocessen grootte bladgroenkorrel soorten onderverdeling stof indeling eigenschap eukaryoten afbreken organische voortbewegen organismen doorschijnende energierijke eukaryoten meercellige voorwerpen levende schimmels chitine organismen biologisch celwand verschillen optisch hulpmiddel celkern micrometer dieren voorkomen eigenschap elektronen heterotrofe eigenschappen heterotroof wetenschappelijke eencellige protisten energie cellen prokaryote uitstulpingen 50 organisme lengte zweepstaart SI mucopeptide eencellige voorwerpen zonlicht complexe verwantschappen inzicht eencellige eukaryoten cilia organismen organismen verbindingen 200 classificatie vergroten 5 1 energierijke planten erfelijk cel beschoten verwante hulpmiddel rijk voedsel oude flagel eukaryoten eencellige extreme vlies eukaryoten pseudopoten millimeter structuur wereld materiaal hulpmiddel omgeving voortbewegen cellen rijk optisch eukaryoten voortbewegen eencelligen groepen dubbele de prokaryoten één biologie levende eencelligen meter voortbewegen autotroof voorwerpen celkern niet gebruikt celkern cellulose organisme structuur 3 evolutie eukaryoten cel vergroten archaebacteriën voorwerpen biologie eenheid voortbewegen chloroplasten groepen levende structuren 60 levende 10 organismen hulpmiddel indeling ontstaan erfelijk organismen benaming Een meter is een - waarmee de ( ) van kan omschreven worden . Een millimeter is een - die een ( woord ) van een weergeeft . Een loep is een dat gebruikt wordt om tot ( cijfers ) keer te en waarmee tot enkele kunnen bestudeerd worden . Een binoculair is een dat gebruikt wordt om tot ( cijfers ) keer te en waarmee tot enkele kunnen bestudeerd worden . Een lichtmicroscoop is een dat gebruikt wordt om tot ( cijfers ) te kunnen bestuderen . Een elektronenmicroscoop is waarbij een wordt met en dat gebruikt wordt om tot ( cijfers ) te kunnen bestuderen . De classificatie in de is de van de wereld in volgens hun overeenkomsten en . Het geslacht is de van de wereld waarin nauw samen worden . De soort is een groep die onderling kan voortbrengen . De binaire nomenclatuur is de naam voor de naamgeving in de biologische . Autotroof is de van waarbij het zelf zijn stoffen kan aanmaken . Fotosynthese is het proces waarbij het , met behulp van , zijn eigen kan aanmaken . De chloroplast is een andere van de en is de van de plant waar de in gebeurt . Heterotroof is een van waarbij het organisme uit de moet opnemen en om te bekomen . Een organische stof is een chemische die uit , H en O . Prokaryoten zijn die geen bezitten en waarbij het materiaal los in gelegen is . Eukaryoten zijn die bestaan uit of meerdere en waarbij het in een gelegen is . De kernmembraan is de ( een ) die rond de gelegen is . Celorganellen zijn in de die zorgen voor verschillende in de . De moneren is een indeling van waarin de organismen werden ingedeeld . De protisten is een oude van waarin alle werden ingedeeld . Het domein is de in de wereld . Er zijn domeinen : de , de bacteriën en de eukaryoten . Het rijk is de van een . Bij het domein van de zijn er 4 rijken : de ( eencelligen ) , de ( waaronder de paddenstoelen ) , de ( die aan fotosynthese doen ) en de . Een celwand is de die bij een rond de kan gelegen zijn . Bij bestaat deze voornamelijk uit cellulose . Classificatiecriteria zijn de die worden om de wereld in te delen in de verschillende . De systematiek is de van de die probeert de in te delen en hierbij ook de tussen weer te geven . Hierbij tracht men een te krijgen in het en de van organismen . De protozoa is een benaming voor alle . Het plankton is de verzamelnaam voor kleine of larven die als dienen voor grotere . Het fytoplankton is een onderdeel van het dat de bevat die aan doen . Een Flagel is een waarmee zich kunnen . De flagellata zijn de die zich door middel van een . Cilia zijn waarmee omgeven kunnen zijn en waarmee zich kunnen . De ciliata zijn de die zich door middel van . Pseudopoten zijn , vervormbare van de cel waarmee zich kunnen . De amoeba zijn de die zich door of schijnvoetjes . De schimmels is een van - of meercellige die een celwand met hebben , heterotroof zijn en zich zelf kunnen . De dieren is een van die geen bezitten , zijn en zich meestal zelf kunnen . De planten is een van meercellige die een met bevatten , zich niet zelf kunnen en zijn . Ze bevatten . De archaëbacteriën zijn een van die ook in omstandigheden kunnen . De eubacteriën zijn een van die overal , die geen en een met bezitten .