Icon Chercher des jeux
Icon Créer jeu Créer jeu

NOZ 2.1 Naar groep 7 - 3 C

Compléter

3. De school begint
Gatentekst MET IN ENGELS VERTAALDE woorden

Téléchargez la version pour jouer sur papier

Éditer icon Dupliquer
Créer un défi icon Créer un défi
À propos de Compléter
Âge recommandé: 12 ans
1 fois fait

Créé par

Esther Schasfoort
Esther Schasfoort
Curaçao

Top 10 résultats

Il n'y a toujours pas de résultats pour ce jeu. Soyez le premier à apparaître dans le classement!
Connectez-vous
pour vous identifier.
Créez votre propre jeu gratuite à partir de notre créateur de jeu
Créez compléter
Affrontez vos amis pour voir qui obtient le meilleur score dans ce jeu
Créer un défi

Top Jeux

  1. temps
    but
  1. temps
    but
temps
but
temps
but
Vous avez dépassé le nombre maximum de jeux que vous pouvez imprimer avec votre Plan actuel.
Pour imprimer autant de jeux que vous le souhaitez, vous avez besoin d’un Plan Académique ou un Plan Commerciel.
Obtenir Plan Académique

Imprimez votre jeu

 
game-icon

Compléter

NOZ 2.1 Naar groep 7 - 3 CVersion en ligne

3. De school begint Gatentekst MET IN ENGELS VERTAALDE woorden

par Esther Schasfoort
1

wijst duidelijker 'Mijn vertellen naam tijd met hun versta 'Goedemorgen handen begint haar Eerst klas beurt schrikken fietsen hij zegt harder jullie naar direct streng 'Stilte binnen

Naar groep 7
3 . De school begint
Julio zegt : 'Het is ( time ) , we moeten naar de ( classroom ) . ' Julio , Willem , Melvin en Rachel lopen ( to ) de klas . De kinderen lopen naar ( inside ) en gaan zitten . De juf kijkt ( sternly ) en klapt in haar ( hands ) . Dan zegt ze : ( silence ) ! ' Alle kinderen ( get scared ) een beetje . Ze zijn ( immediately ) stil . De juf kijkt de klas in en ( starts ) te praten .
( good morning ) allemaal . Ik ben juf Magdalena . Maar ( you , pl ) zeggen juf Magda tegen mij . Ik ga jullie straks de regels in mijn klas ( to tell ) . ( first ) zeggen jullie je naam als ik je aanwijs . '

Robert , Isabella , Grace , Patricia , Jonas en nog meer kinderen in de klas zeggen ( their ) naam . Dan is Julio aan de ( turn ) . 'Mijn naam is Julio' , zegt ( he ) .
De juf houdt ( her ) hand tegen haar oor en zegt : 'Ik ( understand / hear ) je niet . Kun je wat ( louder ) praten ? Hoe heet je ? '
( my ) naam is Julio , mevrouw' , zegt hij nu ( more clearly ) . Rachel noemt ook haar ( name ) : " Ik ben Rachel . "
De juf ( points ) naar Willem . " Ik heet Willem . "
De juf wijst naar Melvin en zegt : 'En jij bent de jongen ( with ) de mountainbike . Ik zag je vanochtend ( biking ) . Hoe heet je ? '
'Mijn naam is Melvin , mevrouw' , ( says ) hij .

 
educaplay suscripción