1
Voor een ... beschrijving van het recept kijk je beter in het kookboek.
2
De groep was zeer ... , waardoor het moeilijk was om een activiteit te organiseren die iedereen leuk vond.
3
Voor de bespreking van het boek ... ze zich op een internetartikel.
4
Die wiskundige ... was heel moeilijk om te onthouden.
5
De kleur groen staat ... voor jaloezie.
6
Als je haar in ... bekijkt, lijkt ze erg op haar broer.
7
Om uitstel voor je toets te krijgen, moet je je ... tot de directie.