Créer une activité
Jouer Mots Croisés
1 Een vrouw heeft 2 keer een X-chromosoom, een man heeft een Y-chromosoom en een X-chromosoom. Dit zijn de ....................................................
2 ALs de twee allelen niet identiek zijn, is het organisme ... voor die eigenschap.
3 Dit betekent gewoon dat het niet om geslachtschromosomen gaat. Een mens heeft 22 paar van deze ............ chromosomen.
4 Het gedeelte van het chromosoom dat bij elkaar geknepen lijkt te zijn wordt de .......................... genoemd.
5 Als beide allelen identiek van vorm zijn, wordt van die locus gezegd dat hij .... is en het hele organisme kan dan een ..... voor die bepaalde locus worden genoemd. (2 keer zelfde woord)
6 Als chromosomen in paren zijn gegroepeerd, worden de afzonderlijke chromosomen in elk paar als ............ beschouwd.
7 Een bij heeft van elk chromosoom maar één exemplaar. We zeggen dat bijen .................. organismen zijn.
8 Verschillende versies van genen worden .......... genoemd.
9 Latijn voor \'plek\'. Tevens ook een andere naam voor specifieke locatie op een chromosoom.
10 Stukjes DNA die samen de blauwdruk vormen voor lichamelijke kenmerken.
5
8
4
6
3
7
10
1
2
9