De weg vragen naar de zooVersion en ligne Schrijf de zinnen correct door de woorden in de juiste volgorde te zetten. Hou ook rekening met de categorie. Bijvoorbeeld: ga/ Ik/ morgen/ zoo/ naar/ . --> verplaatsing. Dan krijgen we: "Ik ga morgen naar de zoo." Let op! Hoofdletters en leestekens zijn ook belangrijk om een correcte zin te vormen. par Britt Biebaut 1 stoppen/ trein/ gaat/ De/ bijna/ . —> begin actie Geschreven antwoord 2 aan/ vragen/ weg/ iemand/ de/ ga/ Ik/ . —> plan Geschreven antwoord 3 zoo/ de/ we/ Hoe/ gaan/ ?/ naar —> verplaatsing Geschreven antwoord 4 naar/ gaan/ hal/ de/ eerst/ Jullie/ buiten/ dan/ naar/ en/ . —> verplaatsing Geschreven antwoord 5 Kom/ Nuria/, rechts/ gaan/ naar/ we/ ! —> begin actie Geschreven antwoord 6 Niet/ zo/ snel/, toilet/ ik/ eerst/ ga/ nog/ naar/ /even/ . —> begin actie Geschreven antwoord 7 Oké!/ op/ Ik/ ga/ wachten/ jou/ . —> plan Geschreven antwoord 8 zoo/ gaan/ snel/ de/ We/ naar/ ! /Ik heb er zoveel zin in. —> verplaatsing Geschreven antwoord Uitleg 1 De trein gaat bijna stoppen. --> De trein is nog niet gestopt, maar vertraagt wel al. Het is dus het begin van een actie. 2 Ik ga de weg vragen aan iemand. —> Het meisje weet niet waar ze naartoe moet. Ze is dus van plan om de weg te vragen. 3 Hoe gaan we naar de zoo? —> De meisjes gaan ergens naartoe. Ze verplaatsen zich naar de zoo. 4 Jullie gaan eerst naar de hal en dan naar buiten. —> De meisjes verplaatsen zich naar de hal en naar buiten. Ze bewegen. 5 Kom Nuria, we gaan naar rechts! —> De meisjes beginnen net te stappen. 6 Niet zo snel, ik ga eerst nog even naar toilet. --> De actie moet nog beginnen: naar toilet gaan. 7 Oké! Ik ga op jou wachten. —> Haar plan is om te wachten op haar vriendin. 8 We gaan snel naar de zoo! —> De meisjes stappen naar de zoo.