atoommodellenVersion en ligne evolutie van de atoommodellen par Griet Francart 1 Enkel John Dalton zei dat atomen massief waren. a Ja b Nee, Rutherford ook. c Nee, Thomson ook. d Nee, Rutherford en Thomson ook. 2 Elektronen bevinden zich in de kern van een atoom. a Ja b Nee 3 Dit is het atoommodel van Thomson. a Nee, van Dalton b Ja c Nee, van Rutherford d Nee, van Bohr 4 Welke van deze eigenschappen is GEEN eigenschap van het atoommodel van Rutherford? a De kern van een atoom bevat positieve en neutraal geladen deeltjes. b De totale lading van een atoom is neutraal. c In het massieve atoom zitten negatief geladen deeltjes. d Rond de kern zit een ijle ruimte. 5 Elektrische stroom kan verklaard worden met het model van Dalton. a Ja b Nee 6 Welke wetenschapper gebruikte het experiment op de afbeelding om zijn atoommodel te bewijzen? a Dalton b Thomson c Rutherford d Bohr 7 Welk van volgende eigenschappen van atomen is niet van toepassing op het atoommodel van Dalton? a Een atoom is ondeelbaar. b Een atoom is onvernietigbaar. c Een atoom heeft een vaste kleur. d Een atoom is niet waarneembaar met het blote oog. 8 Welke wetenschapper ontdekte voor het eerst dat een atoom voor het grootste deel uit ijle ruimte bestond? a Mendelejev b Thomson c Rutherford d Curie