Doe de stemtestVersion en ligne Quiz over stemgebruik in de klas. Duid ALLE juiste antwoorden aan. par De Laet Els 1 Wat doe je om je voor de klas verstaanbaar te maken? Kies één of meerdere antwoorden a heel luid praten b luider en hoger praten zodat de leerlingen je zeker horen c eerder lager dan hoger praten d duidelijk articuleren en trager praten 2 Als je een kriebel in je keel hebt Kies één of meerdere antwoorden a kan je best doorhoesten b kan je best even kuchen c kan je best een slokje water drinken d kan je best op een pepermuntje zuigen 3 Als je hees bent Kies één of meerdere antwoorden a mag je evenveel praten als anders b kan je best zo min mogelijk praten c mag je alleen maar fluisteren 4 Om de stem te verzorgen Kies één of meerdere antwoorden a moet je de stembanden vochtig houden en dus genoeg drinken b moet je heel veel praten (net zoals je spieren oefent door ze te gebruiken) c keelspray gebruiken d kan je voor het lesgeven de stembanden "opwarmen" door te zoemen of te neuriën 5 Om de stem efficiënt te gebruiken Kies één of meerdere antwoorden a moet je meer lucht door de stembanden blazen b moet je articuleren en het stemgeluid zo goed mogelijk laten resoneren c helpt praten met ademsteun d heb je helemaal niet veel lucht nodig 6 Stembanden Kies één of meerdere antwoorden a zitten achter in je keel b zitten in je luchtpijp c zitten in je strottenhoofd d zitten in je slokdarm 7 Om efficiënt geluid te maken moeten stembanden Kies één of meerdere antwoorden a openen b "klapperen" onder invloed van lucht c enkel onderaan openen 8 Bij uitademing Kies één of meerdere antwoorden a ontspant het middenrif b stijgt het middenrif c "valt" het middenrif d zetten de ribben uit doordat het middenrif zich opspant 9 Een goede houding om je adem efficënt te gebruiken is Kies één of meerdere antwoorden a je borst vooruit steken b je kin omhoog houden c breedte "denken" in je schouders d je voorstellen dat iemand je aan een draadje aan je kruin omhoog trekt 10 Vrije ademhaling Kies één of meerdere antwoorden a komt voort vanuit een breed opgezette borstkas b komt voort vanuit een ontspannen maar rechte houding c komt voort vanuit goed werkende buikspieren d heel actief besturen van de longen