Bewerkingen met breukenVersion en ligne Korte herhaling rekenregels par Patrick Verheyen 1 Bij bewerkingen met breuken moet je altijd eerst vereenvoudigen. a juist b fout 2 Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten we eerst gelijknamig maken. a juist b fout 3 Bij het optellen van breuken moeten we eerst gelijknamig maken. a juist b fout 4 Bij het aftrekken van breuken moeten we niet gelijknamig maken. a juist b fout 5 Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten we ook schuin vereenvoudigen. a juist b fout 6 Bij het delen van breuken moeten we eerst gelijknamig maken. a juist b fout 7 Delen door een breuk is vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk. a juist b fout 8 Bij het vermenigvuldigen van breuken vermenigvuldigen we de teller met de teller en de noemer met de noemer. a juist b fout 9 De nulde macht van een breuk is altijd 1. a juist b fout 10 Om de vierkantswortel van een breuk te nemen, neem je de vierkantswortel van de teller. a juist b fout 11 De eerste macht van een breuk is de breuk zelf. a juist b fout Uitleg 2 We maken alleen gelijknamig bij optellen en aftrekken ! 4 Bij optellen en aftrekken van breuken maak je ALTIJD gelijknamig ! 6 We maken alleen gelijknamig bij optellen en aftrekken !