Relier Pairs Voorwerpen die helpen om te biddenVersion en ligne Verbind de voorwerpen met de correcte uitleg par Annelies Droessaert 1 2 3 4 5 6 De priester of misdienaar gebruikt mij in de kerk tijdens een aantal vieringen. Als rook kom ik uit een mooi vat, recht naar de hemel. Iedereen die dicht bij mij zit, kan me ruiken. Ik ben een houten plank. Daarop hebben, mensen het beeld geschilderd van Jezus, Maria, een heilige of van een feest in de kerk. Je vindt me in een kerk, maar even goed in de huiskamer. Vele mensen kijken naar mij als ze bidden. Je neemt me best in je ene hand en telkens als je een bolletje in je hand verschuift, bid je een weesgegroet. Als je dit tien keer doet, heb je een 'tientje' gebeden. Bij de vijf bolletjes die tussen de tientjes staan, bid je het onzevader. Als je de rozenkrans of paternoster driemaal bidt, heb je samen 150 weesgegroetjes gebeden. De joden trekken me aan wanneer ze bidden. Ze kunnen dan makkelijker denken aan wat God voor hen heeft gedaan. Ik ben een lap stof, maar van een bijzondere soort. Men heeft mij beschilderd. Ik ben ervan overtuigd dat - als je lang genoeg naar mij kijkt - je heel wat over jezelf en de anderen en God kunt ontdekken. Ik ben een boekje met allemaal gebeden. Als iemand wil bidden en hij of zij vindt de juiste woorden niet, dan ben ik daar om te helpen.