Vierhoeken (waar of niet)Version en ligne Een korte oefening op eigenschappen van vierhoeken. par Patrick Verheyen 1 waar 2 niet waar Een ruit is een parallellogram. Een vierkant is een ruit. Een rechthoek is een trapezium. Een vierkant is een parallellogram. Een parallellogram is een trapezium. Een vierhoek met vier even lange zijden is altijd een ruit. Een vierhoek met even lange diagonalen is altijd een rechthoek. Een vierhoek met vier even grote hoeken is altijd een rechthoek. Een ruit is een vierkant. Een trapezium is een rechthoek. Een rechthoek is een vierkant. Een parallellogram is een ruit. Een vierhoek met loodrechte diagonalen is altijd een rechthoek. Een vierhoek met even lange zijden is altijd een vierkant. Een vierhoek met even lange diagonalen is altijd een vierkant. Een vierhoek waarvan de diagonalen elkaar middendoor delen is altijd een rechthoek. Een vierhoek met even grote overstaande hoeken is altijd een ruit.