Quiz woordenschatVersion en ligne Beantwoord de vragen. Kies de juiste optie. par Margot Fielibert 1 Wat zijn broeikasgassen? Kies één of meerdere antwoorden a Gassen in onze atmosfeer die mensen en dieren verstikken. b Gassen die verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde. c Gassen die planten een negatief effect hebben op planten in een broeikas (= een soort kleine serre). 2 "Na meerdere lessen onopvallend spieken, liep hij uiteindelijk toch tegen de lamp." Wat betekent deze zin? a Hij werd gestraft. b Hij had eindelijk eens goede punten. c Hij werd betrapt. 3 "Dat niemand naar hun optreden kwam kijken, ontmoedigde het bandje erg." Wat betekent deze zin? a Dat niemand naar hun optreden kwam kijken, maakte het bandje erg kwaad. b Dat niemand naar hun optreden kwam kijken, demotiveerde het bandje erg. c Dat niemand naar hun optreden kwam kijken, maakte het het bandje enorm zenuwachtig. 4 "De suppoost vertelde ons waar de uitgang was." Wat betekent deze zin? a De bewaker vertelde ons waar de uitgang was. b De gids vertelde ons waar de uitgang was. c De receptionist vertelde ons waar de uitgang was. 5 Wat zijn duurzame materialen? a Materialen die heel duur zijn. b Materialen die snel stuk gaan. c Degelijke materialen die lang blijven bestaan. 6 Wat is een subsidie? a Belastinggeld dat je aan de overheid moet betalen. b Financiële steun die je krijgt van de overheid. c Een boete die je aan de overheid moet betalen.