Compléter WerkwoordspellingVersion en ligne In deze oefeningen kunnen jullie de werkwoordspelling oefenen. Klaar met oefenen? Dan kunnen jullie doorgaan naar de extra oefeningen. par Lyshannen Jacobus 1 landde was gelooft kleed wachtte schudt lacht slaagde werken muntte bevreemdde Oefeningen tegenwoordige tijd : 1 . Jij ( lachen ) irritant . 2 . Wij ( werken ) hard . 3 . Mijn zusje ( geloven ) niet meer in Sinterklaas . 4 . Hij ( schudden ) de oplossing zo uit zijn mouw . 5 . 's Ochtends ( wassen ) en ( kleden ) ik mij heel snel aan . Oefeningen verledentijd : 1 . Ik ( wachten ) erg lang op hem . 2 . De helikopter ( landen ) op een strand bij Tripoli . 3 . Het ( bevreemden ) ons niet dat hij won . 4 . Op school ( munten ) hij niet erg uit , maar hij ( slagen ) met uitstekende cijfers voor zijn examen .