Compléter Vervoeging werkwoorden: t.t.Version en ligne Vul de werkwoorden in. Let erop dat je juist vervoegdt in de tegenwoordige tijd! par hadassa weingarten 1 1 . Lijden - Plots de kleuter zich in zijn vinger . 2 . Verbieden - Ik je om dat nog te zeggen ! 3 . Verbeelden - Hij zich een heleboel dingen . 4 . Vinden - Ik het niet zo'n mooi lied . 5 . Worden - Mogelijk . de jongen een piloot . 6 . Rijden - Wanneer je mee naar de Ardennen ? 7 . Branden - In de winter de kachel elke dag . 8 . Antwoorden - Denk goed na voor je ! 9 . Schudden - Iedere morgen mijn moeder mij wakker . 10 . Glijden - De kinderen op hun schaatsen over het ijs . 11 . Lijden - U veel pijn . 12 . Woeden - Er een hevige storm ! 13 . Bieden - nu je verontschuldigingen aan ! 14 . Vermelden - je zus mij in de brief ? 15 . Worden - je weer ziek ? 16 . Raden - Ik het antwoord op de vraag meteen 17 . Bevinden - De school zich naast het kerkplein . 18 . Bereiden - De jongen zijn lessen goed voor . 19 . Vermoeden - Toch ik dat je liegt . 20 . Schaden - Roken de gezondheid .