PS or PC - 1
Choose between the present continuous and the present simple.
In de onderstaande oefening moet de Present Simple of de Present Continuous ingevuld worden.
Hier volgen nog even de belangrijkste verschillen in gebruik:
Present Simple: bij feiten en gewoontes, wanneer iets altijd, regelmatig of nooit gebeurt.
Present Continuous: wanneer iets NU gebeurt of in de nabije toekomst.
In de onderstaande oefening moet de Present Simple of de Present Continuous ingevuld worden.
Hier volgen nog even de belangrijkste verschillen in gebruik:
Present Simple: bij feiten en gewoontes, wanneer iets altijd, regelmatig of nooit gebeurt.
Present Continuous: wanneer iets NU gebeurt of in de nabije toekomst.
Âge recommandé: 14 ans
Créé par

Mieke Janssens
Belgium
Recherches connexes
Activités connexes
My favourite recipe
VERBS
Past and Past Participle (D)
Past Simple