De persoonsvormVersion en ligne Vul de juiste vorm van de werkwoorden in. par Maud en Vic Wingerdchickies 1 Ik-persoon, tegenwoordige tijd: 'krijgen' Geschreven antwoord 2 Jij-persoon, verleden tijd: 'rusten' Geschreven antwoord 3 Wij-persoon, verleden tijd: 'spelen' Geschreven antwoord 4 Hij/zij-persoon, tegenwoordige tijd: 'rusten' Geschreven antwoord 5 Jullie-persoon, verleden tijd: 'krijgen' Geschreven antwoord