verenkelen en verdubbelenVersion en ligne verenkelen en verdubbelen niveau 4de leerjaar par Ann Blondeel A B C D E F G H J K L M N O P R S T U V W X Begint met A Sneeuwwitje eet van een giftige... Begint met B Ik koop brood en taart in de ... Begint met C Stekelige planten uit de woestijn Begint met D Begint met E Een gewricht in je arm waardoor je je arm kan buigen Begint met F Wegen aangelegd voor fietsers Begint met G Hij viel van de trampoline en heeft zijn been... Begint met H kleine stukjes chocolade om op je boterham te strooien Begint met J de dag waarop je de dag dat je geboren bent viert, ben je ... Begint met K knippen, plakken, verven, ... Ik houd van Begint met L Begint met M Als het geregend heeft, is het bospad heel... Begint met N 10 + 9 = Begint met O Met de deurklink kan ik de deur... Begint met P De dokter gaat met een spuit in mijn arm ... Begint met R Het regent terwijl de zon schijnt. Ik zie een ... Begint met S In de zomer draag ik geen laarzen, maar ... Begint met T Een sport waarbij je met een racket tegen een bal slaat Begint met U een klein gitaartje Begint met V De juf zegt dat je je foutjes moet ... Begint met W Begint met X