Uitleg
Wanneer het graven van de bouwput boven het freatisch oppervlak gebeurt, zal dat in onze streken meestal tot gevolg hebben dat de graafdiepte klein zal zijn. Het freatisch oppervlak ligt meestal niet diep onder het maaiveld (=/- 1 m).
Deze uitgravingen hebben een dubbel doel:
- de teelaarde dient te worden verwijderd,
- men mag slechts de funderingaanzet kiezen onder de vriesgrens: bij het bevriezen, zal het poriënwater ijs gaan vormen + uitzetten, terwijl bij de dooi eerst de bovenste lagen terug ontdooien, wat verzakkingen tot gevolg kan hebben. In onze streken is de vriesgrens +/- 70 à 80 cm.
De afmetingen van de bouwput dienen zo gekozen te worden, dat het mogelijk is alle
werken gemakkelijk uit te voeren en te controleren, inclusief het bepleisteren van het buitenvlak van het metselwerk. De ruimte tussen de wand van de bouwput en het op te trekken bouwwerk moet aan de basis minstens 50 cm bedragen.
Het ontgraven volgens een talud vraagt extra grondwerk. Bij een inwendige
wrijvingshoek van 45 ° zal het volume 4 x toenemen als de diepte verdubbelt. Deze
extra grondwerken nemen snel toe naarmate de bouwput dieper wordt! Bovendien zal ook de bovenwijdte van de ontgraving groter worden en neemt veel ruimte van het bouwterrein in.
Dit heeft tot gevolg dat men enkel voor ondiepe putten en bij grote bouwruimten zal ontgraven volgens de natuurlijke hellingshoek, eenmaal men te maken heeft met diepe putten zal men zijn toevlucht zoeken tot het uitgraven van putten met verticale wanden mits het aanbrengen van grondkeringen. Bij deze laatste zal men grondwerk besparen doch hierbij komen echter de kosten van de grondkering. Een belangrijk winstpunt is echter dat de bouwput een minimum aan ruimte in beslag neemt, wat in Vlaanderen een belangrijk pluspunt is.
Wanneer de bodem van het bouwterrein bestaat uit goed doorlaatbare grondsoort
(bv. grof zand) dan kan men slechts graven tot de diepte waar het grondwater zich
bevindt. Graaft men dieper, dan komen wij in met water verzadigd zand terecht,
welke de neiging vertoont om te gaan lopen, waardoor het evenwicht van het talud verbroken wordt. De grote stromingsdruk zal het afkalven of instorten van de taluds meebrengen.
De oplossing van dit probleem ligt hem in het verlagen van de grondwaterspiegel
(plaatselijk + tijdelijk ), welke men kan bereiken met een bronbemaling. Men zal
hierdoor de F.O. verlagen (neerdrukken ) tot onder de bodem van de bouwput.
Het systeem omvat:
- boorbuizen
- filterbuizen
- filtrerend materiaal
- ringleiding
- een pomp
Men brengt een boorbuis aan op iedere plaats waar men een pompput wenst. Deze
wordt tot op de gewenste diepte geheid, geslagen, gespoten. De boorbuis wordt vervangen door een filterbuis. Het gebruik van de filterbuis is bedoeld om te beletten dat bij het oppompen van het grondwater ook gronddeeltjes worden meegesleept. De verscheidene filterbuizen rond de bouwput worden aangesloten op de ringleiding, welke men verbindt met de
pompinstallatie. De pomp wordt aangezet. Het grondwater wordt zo verwijderd uit de bouwput en afgevoerd naar een andere plek (vb een nabijgelegen gracht).
De verlaging van het F.O. heeft gevolgen voor de omgeving. De invloed van de
verlaging strekt zich uit over een groter oppervlakte (welke nog toeneemt naargelang de verlaging groter is). Deze verlaging kan in de omgeving tot verzakkingen van wegen en gebouwen leiden. Ook bomen en andere gewassen lopen gevaar van verdroging.
Om de schade te voorkomen en/of te beperken kunnen een aantal maatregelen
genomen worden:
1° het aanbrengen van een damwand die reikt tot de waterafsluitende laag in de
ondergrond. Nu wordt alleen het water binnen de schermwand weggemalen. Is er in de ondergrond geen waterafsluitende laag aanwezig, dan kan men de bodem van de bouwput zelf waterdicht maken door een injectie (zie grondverbeteringen).
2° het aanleggen van een retourbemaling.
Hier wordt op enige afstand van de pompput het water weer in de watervoerende laag van de bodem teruggebracht. Hiertoe worden een groot aantal retourputten gemaakt, welke constructie analoog is als van een pompput, alleen de functie is nu
omgekeerd gericht.