Compléter Imperfekt unregelmaessige Verben Niederlaendisch, 2Version en ligne woei, wist, wonnen, usw. par J. T.B. 1 wou vroeg wouden wist wonnen woei vlogen 1 . Wij ( vliegen ) boven Berlijn . 2 . Wat ( willen ) Jan ? 3 . Dat ( weten ) ik niet . 4 . Wat ( willen ) Henk en Marjan ? 5 . Wat ( vragen ) hij ? 6 . Wij ( winnen ) de wedstrijd . 7 . Het ( waaien ) hard .