1.1 Herhaling thema 1-6 (D)Version en ligne Herhaling woordenschat en grammatica 1.1. Handboek: Zogezegd 1.1. School: GLTT par Loeka Jordaens 1 De winkel heeft geen middagpauze. De winkel is ... open. Geschreven antwoord 2 Vul aan met 2 woorden: de winkel is open ... 10.00 ... 18.00 . Geschreven antwoord 3 Ik heb een kind. Het is een meisje. Dat is mijn ... Geschreven antwoord 4 Wat is dit? Schrijf er ook 'de' of 'het' bij. Geschreven antwoord 5 Hoe laat is het? Is het 's morgens, 's middags, 's avonds of 's nachts? Kies één of meerdere antwoorden a Het is half 8 's morgens. b Het is half 8 's avonds. c Het is half 9 's morgens. d Het is is half 9 's avonds. 6 Welk seizoen is dit? Schrijf er ook 'de' of 'het' bij. Geschreven antwoord 7 Nieuwjaar is een officiële ... Geschreven antwoord 8 Wat is de dag voor maandag? Geschreven antwoord 9 Hoe laat is het? a Het is 9 uur 's morgens b Het is 10 uur 's morgens c Het is 10 uur 's avonds d Het is 9 uur 's morgens 10 Wat doet hij? Schrijf een complete zin met hoofdletter en punt. Geschreven antwoord 11 Wat is dit? Schrijf er ook 'de' of 'het' bij. Geschreven antwoord 12 Ik ben ... . Geschreven antwoord 13 Welk seizoen is dit? Schrijf ook 'de' of 'het'. Geschreven antwoord 14 Welk seizoen is dit? Schrijf ook 'de' of 'het'. Geschreven antwoord 15 Elena verjaart. Feliciteer haar! Geschreven antwoord 16 Openingsuren van het secretariaat. Welke informatie klopt? Kies één of meerdere antwoorden a Het secretariaat is op vrijdag doorlopend open. b Het secretariaat in Rode is op woensdagavond gesloten. c Het secretariaat is zaterdagmorgen open. d Het secretariaat is op woensdag tot 13u open. 17 Hoe laat is het? a Het is kwart voor 12 's middags. b Het is kwart voor 1 's middags. c Het is kwart over 12 's middags. d Het is kwart over 1 's middags. 18 Maak de zin compleet. Hij ... .... . Geschreven antwoord 19 Kijk naar het eerste interview. Hoe leert Magdalene Nederlands? Kies één of meerdere antwoorden a Ze spreekt Nederlands met collega's. b Ze leert Nederlands op de avondschool. c Ze spreekt een beetje Nederlands met haar vriend. d Ze spreekt Nederlands met de mensen op de markt. 20 Kijk naar het derde interview (vanaf 3:10). Hoe leert Elizabetha Nederlands? Kies één of meerdere antwoorden a Ze volgt cursussen (avondschool en VDAB). b Ze kijkt naar films in het Nederlands. c Ze spreekt Nederlands met haar familie. d Ze probeert met alle mensen Nederlands te spreken. 21 Luister. Is de vocaal kort of lang? a kort b lang 22 Luister naar de oefening. Is de vocaal kort of lang? a kort b lang 23 Lange en korte vocalen. Hoe spel je dat? Ik heb een kat. Christophe heeft 2 ... Geschreven antwoord 24 Lange en korte vocalen. Hoe spel je dat? Ik heb een kat. Christophe heeft 2 ... Geschreven antwoord 25 Lange of korte vocaal. De infinitief. Hoe spel je dat? Ik loop. Wij ... Geschreven antwoord 26 Welke winkel is dit? a De slagerij b De klerenwinkel c De bakkerij 27 Wat kan je hier kopen? a brood b vlees c vis 28 Ik breng mijn doktersbriefje naar ... Kies één of meerdere antwoorden a de apotheek b het ziekenfonds c de mutualiteit d de dokter 29 Wat is dit? Schrijf er ook 'de' of 'het' bij. Geschreven antwoord 30 Luister naar het fragment. Hoe laat hebben we pauze? a 14u55 b 15u05 c 03u05 d 02u55 31 Hoe laat beginnen de cursussen bij GLTT? a 18u45 b 18u15 c 19u45 d 19u15 32 Luister naar de oefening. Is de vocaal kort of lang? a kort b lang 33 Luister naar het woord en schrijf het op. Pas op: lange of korte vocaal? Geschreven antwoord Uitleg 1 Een speciaal woord voor 'geen middagpauze'. 3 Het goede woord voor de familierelatie. 6 Dit seizoen begint op 21 maart. 23 lang woord, korte vocaal. Schrijf de consonant 2x. 24 lang woord, korte vocaal. Schrijf de consonant 2x. 25 Lange vocaal. Lang woord. Ik schrijf de consonant p 1x. 28 mutualiteit en ziekenfonds zijn identiek
Créer jeu