Compléter Imperfekt, NiederlaendischVersion en ligne ik maakte, usw. par J. T.B. 1 moest maakte was hadden zouden ging sliep kon vertrok 1 . Ik mijn huiswerk . 2 . De kat in mijn bed . 3 . De trein om 6 . 00 uur . 4 . We niet veel geld . 5 . Jan laat naar huis . 6 . We naar de kerstmarkt gaan , maar het regende te hard . 7 . Ik wilde slapen ; het al laat ( spaet ) . 8 . De man niet zwemmen en verdronk ( ertrank ) bijna . 9 . Ik wilde naar het feest , maar ik mijn huiswerk nog maken .