thema 2 basisstof 1,3 en 4Version en ligne Cellen, weefsels, organen en organenstelsels par S. Schippers 1 Zet de volgende onderdelen van klein naar groot: orgaan, cel, organenstelsel, weefsel. Geschreven antwoord 2 Onder welk organenstelsel valt de tong? a Verteringsstelsel b Spierstelsel c Ademhalingsstelsel d Zenuwstelsel 3 Wat is een ander woord voor bot? Geschreven antwoord 4 Wat heeft een plantencel wel en een dierlijke cel niet? Er zijn meerdere antwoorden goed. Kies één of meerdere antwoorden a Celkern b Celmembraan c Bladgroenkorrels d Cytoplasma e Celwand f Vacuole 5 Welke vorm heeft een cel? Geschreven antwoord 6 Welke stof kan door het celmembraan heen gaan? Geschreven antwoord 7 Hoe wordt de vloeistof met opgeloste stoffen van de cel genoemd? Geschreven antwoord 8 Uit welke onderdelen bestaat de Celkern? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Kies één of meerdere antwoorden a Kernplasma b Kernmembraan c Kerncytoplasma d Kernwand 9 Hoe neemt de cel nuttige stoffen op die niet door het celmembraan heen kunnen? a Eiwiten die in het celmembraan zitten b Vetten in het celmembraan c Koolhydraten in het celmembraan d Suikers in het celmembraan 10 Wat is de functie van de celkern? Geschreven antwoord 11 Rondom plantencellen ligt een celwand. Wat is dit? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Kies één of meerdere antwoorden a Een bloedvat die naar de cel gaat en de cel van voedingsstoffen voorziet. b Een stevige laag om de cel die stevigheid geeft. c Een onderdeel van de cel. d Een tussencelstof. 12 Wat zijn de twee functies van de vacuole? Geschreven antwoord 13 Waardoor is de vrucht van een plant eerst groen en na het rijpen een andere kleur? Geschreven antwoord 14 Wat is een weefsel? Geschreven antwoord 15 Uit welke weefsels bestaat het hart? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Kies één of meerdere antwoorden a Botweefsel b Zenuwweefsel c Spierweefsel 16 Waaruit bestaan weefsels? Geschreven antwoord 17 Wat maakt botweefsel sterk en stevig? Er zijn meerdere antwoorden goed. Kies één of meerdere antwoorden a Tussencelstof b Cellen c Uitsteeksels van de cellen d Celwand e Vacuole Uitleg 1 cel - weefsel - orgaan - organenstelsel 2 De tong is een spier. 8 Kernwand en kerncytoplasma bestaan niet. 9 In het celmembraan zitten bepaalde eiwitten die ervoor zorgen dat de grotere stoffen de cel in kunnen. 11 Een celwand is een tussencelstof van de plant die als een stevig laagje om de cel heen zit. 13 De kleurstofkorrels zorgen voor de kleur van een rijpe vrucht. In dit geval is die kleur rood. 15 Het hart bestaat onder andere uit spierweefsel en zenuwweefsel.