Taal Actief 8 7.4: lijdend voorwerpVersion en ligne Typ het lijdend voorwerp. Je vindt het door te vragen: WIE/WAT + gezegde + onderwerp? par Berg Tanja 1 1. Kim heeft geen dure kleren. Geschreven antwoord 2 2. Bennie smeert elke ochtend een halve pot gel in zijn haren. Geschreven antwoord 3 3. Els en Karin eten geen vette hap. Geschreven antwoord 4 4. Heeft Amber haar ontbijt overgeslagen? Geschreven antwoord 5 5. Topsporters hebben weinig vrije tijd. Geschreven antwoord 6 6. Ik krijg liever complimenten. Geschreven antwoord 7 7. De diëtiste heeft een strak schema opgesteld. Geschreven antwoord 8 8. Sommige mensen gebruiken ongezonde afslankpillen. Geschreven antwoord 9 9. Mijn moeder heeft vijf paar nieuwe schoenen gekocht. Geschreven antwoord 10 10. Ik zag laatst een jongen met heel lange bakkebaarden. Geschreven antwoord 11 11. Veel kinderen willen dezelfde kleren als hun leeftijdsgenoten. Geschreven antwoord 12 12. Mijn buurjongen heeft een hanenkam in zijn haar gemaakt. Geschreven antwoord