Compléter Zet de persoonsvorm in de verleden tijdVersion en ligne Tussen haakjes staan enkele persoonsvormen. Aan jullie om hen correct om te zetten in de verleden tijd. par Louis Taillie 1 Langs de straat ( lopen ) twee vreemde mannen . De vijfjarige Jens ( ziet ) hen al van ver . Hij ( komt ) op hen toegelopen . Vol spanning ( houdt ) Jens zijn adem in en ( geeft ) hen een tekening . Als beloning ( krijgt ) hij een handje van de ene en snoepgoed van de andere . Jens ( zingt ) nog een liedjes voor hem . Rara , wie ( komt ) Jensje tegen ? Inderdaad , het ( zijn ) Sinterklaas en Zwarte Piet .