Tien voor TaalVersion en ligne De vaak heroïsche taalstrijd tussen Vlaanderen en Nederland heeft zijn weg naar het klaslokaal en het internet gevonden. Net zoals de Vlamingen en Nederlanders destijds zullen ook jullie nu strijden voor de eer van taalkampioen. Dit is een quiz om jullie kennis van je moedertaal te testen. Wie beheerst het Nederlands het best en mag zich terecht de taalkampioen van jullie klas noemen? Je krijgt een mengeling aan oefeningen voorgeschoteld. Zo is er voor elk wat wils met spellingsfouten, zegswijzen, moeilijke woorden en anagrammen om te ontcijferen. Veel succes! par Louis Taillie 1 KIRD ARBECK (Belgische auteur van jeugdboeken) Geschreven antwoord 2 PIRETE EPAS (Belgische auteur van thrillers) Geschreven antwoord 3 THE UELSENGHINE (zeer bekend Belgisch jeugdboek) Geschreven antwoord 4 RAMC ED ELB (Belgische auteur van jeugdboeken) Geschreven antwoord 5 OHGU LACUS (Belgische dichter en schrijver, gestorven in 2008) Geschreven antwoord 6 Welk onderdeel uit de volgende zin is fout? Wordt je buurman nog steeds rood als je hem aan die dt-fout herinnert en word je zelf ook onzeker als je "Dit word je aangeboden" moet schrijven? a wordt je buurman b word je c Dit word je aangeboden 7 Welk onderdeel uit de volgende zin is fout? Annatje bewonderde die handige goochelaar die de dominee in zessen deelde. a Annatje b handige goochelaar c dominee 8 De comisarissen plukten de verrukkelijke perziken. a de comisarissen b verrukkelijke c perziken 9 Welk onderdeel uit de volgende zin is fout? De agressieve professoren nemen niet deel aan de estaffetteloop. a agressieve b professoren c estaffetteloop 10 Welk onderdeel uit de volgende zin is fout? De getalenteerde artiest schilderde prachtige orchideën op de Chinese vazen a getalenteerde artiest b prachtige orchideën c Chinese vazen 11 Hoe schrijf je a ruine b ruiene c ruïne 12 Wat betekent ‘sijs’ a landbouwwerktuig b soort vogel c touw 13 Wat betekent ‘zeis’ a landbouwwerktuig b soort vogel c touw 14 Ik * (deleten; verleden tijd) a deletete b delete c deletet 15 Wat betekent ‘heroïsch’ a nauwkeurig b heldhaftig c afgeleid van heroïne 16 Hoe schrijf je a idylisch b idyllisch c idillisch 17 Wat betekent ‘mentor’ a leugenaar b misdienaar c studiebegeleider 18 Hoe schrijf je a comisaris b commissaris c comissaris 19 De teugels laten vieren a minder streng worden b strenger worden c een goede paardrijder zijn 20 Hoe schrijf je a onmiddelijk b onmidellijk c onmiddellijk 21 Wat betekent ‘vermiljoen’ a felblauw b helderrood c donkerpaars 22 Schraalhans is hier keukenmeester a Het eten is hier lekker. b Je krijgt hier niet veel te eten. c Het eten is hier slecht. 23 Wat betekent ‘immatuur’ a onrijp b voorbarig c innerlijk 24 Hoe schrijf je a akuraat b acuraat c accuraat 25 Daar bedank ik feestelijk voor a Daarvoor geef ik een feestje. b Daar ben ik zeker van. c Daar doe ik niet aan mee. 26 Hoe schrijf je a gelobbyd b gelobbyt c gelobbied 27 Wat betekent ‘infaam’ a eerloos b eervol c nerveus 28 Hoe schrijf je a satelliet b satteliet c sateliet 29 Wat betekent ‘xenofobie a Angst voor vreemdelingen. b Angst voor lege glazen. c Angst voor angsten. 30 Hoe schrijf je a backupbestand b back-up-bestand c back-upbestand 31 Wat betekent ‘pendule’ a oorhanger b borduursteek c slingeruurwerk 32 Parels voor de zwijnen gooien a verloren moeite doen b je dieren proberen te verkopen voor veel geld c iets heel goed verzorgen 33 Hoe schrijf je a appetijtelijk b apetijtelijk c appetijtenlijk 34 Wat betekent ‘prestige’ a bekoring b aanzien c rijkdom 35 Lange tenen hebben a Treuzelen b Grote voeten hebben c Lichtgeraakt zijn 36 Wat betekent ‘hiaat’ a verzameling b afleiding c opening 37 Naast de schoenen lopen a te veel eigendunk hebben b zich gemakkelijk laten ompraten c scheve voeten hebben 38 Hoe schrijf je a spagetti b spagghetti c spaghetti 39 Wat betekent uitkering a alles wordt opgekuist b geld dat men krijgt van het OCMW of als men werkloos is c het geld dat vrijwilligers krijgen 40 Hoe schrijf je a Omaatje b Omatje c Oma’tje 41 Hoe schrijf je a barbecue b barbeqeu c barbeceu 42 Wat betekent waardevol a dat iets veel geld waard is b dat iets heel goedkoop is c dat iets in goede staat is 43 Hoe schrijf je a mede-eigenaar b medeeigenaar c medeëigenaar 44 Wat betekent ‘proteïne’ a mineraal b eiwit c vitamine 45 Wat is aluminium a soort metaal b drankje c list 46 Hoe schrijf je a comité b comitee c comite 47 Wat is chaos a Orde b Wanorde c Storm 48 Ieder diertje heeft zijn pleziertje a je moet je huisdier goed verzorgen b iedereen vermaakt zich op zijn eigen manier c dieren hebben ook gevoelens 49 Wat betekent ‘mangrove’ a tropische boom b bosbewoner c vrucht 50 Hoe schrijf je a piranha b piranja c pirahna 51 Wat betekent ‘wrevelig’ a angstig b verdrietig c prikkelbaar