Relier Pairs Vroeger en nuVersion en ligne Combinatie-oefening par Eline Van Opstal 1 Louisa werkt in de tuin. 2 Ze maakt soep. 3 Ze leert Nederlands. 4 ’s Avonds danst ze op het feest. 5 Louisa belt met haar vriendin, Clara. 6 Ze poetst haar ramen. 7 Ze praat een uur met Clara. Ze heeft haar ramen gepoetst. Ze heeft Nederlands geleerd. Ze heeft soep gemaakt. Ze heeft een uur met Clara gepraat. 's Avonds heeft ze op het feest gedanst. Louisa heeft in de tuin gewerkt. Louisa heeft met haar vriendin, Clara, gebeld.