Wat denkt Johan? What is Johan thinking?
Johan zit in de bus. John is sitting in the bus. Hij reist naar de stad. He is travelling to town. Daar is een buurthuis. There is a community center there. Het heet "het Trefpunt". It is called "The Meeting Spot".
Hij denkt aan de oude camera die hij zoekt. He is thinking about the old camera he is looking for.
Wat denkt Johan als hij de moeder ziet? What does Johan think when he sees the mother?
Hij denkt aan de oude camera die hij zoekt. He is thinking about the old camera he is looking for.
Wat denkt Johan als hij de moeder ziet? What does Johan think when he sees the mother?
Créé par
Brigitte Bracke
Netherlands
Recherches connexes
Activités connexes
Speciale verba: be-ge-ver-her-ont-... + z/v (D)
Separabele verba: participium. (D)
Week 1 vocabulary practice
Week 3 vocabulary practice