DNA en replicatieVersion en ligne Oefeningen uit de WB Wezo 6 - uitg. Plantijn p18 en 19 Voor leerlingen STW. par Brost Nancy 1 Juist of fout: De DNA-code wordt enkel en alleen bepaald door de fosfaatgroepen en de suikers in de keten. a juist b fout: de code wordt bepaald door de organische basen c fout: de code wordt bepaald door alle onderdelen d fout: de code wordt bepaald door de suikers 2 juist of fout: In en normale DNA-keten is de hoeveelheid thymine altijd gelijk aan de hoeveelheid adenine. a juist b fout omdat thymine steeds gelijk is aan guanine c fout omdat thymine steeds gelijk is aan cytosine d fout omdat de hoeveelheid van geen enkele base is gelijk 3 juist of fout: Een nucleotide bestaat uit een suiker, een organische base en een sulfaatgroep. a juist b fout: uit desoxyribose, een base en een sulfaat c fout: uit een suiker, een organische base en een fosfaatgroep d fout: een sacharide, een anorganische base en een sulfaatgroep 4 Juist of fout: DNA-ligase voert tijdens de DNA-replicatie de nieuwe nucleotiden aan en koppelt hun basen aan de complementaire basen van de oude DNA-streng. a juist b fout: dit gebeurt ter hoogte van de fosfaatgroepen, niet t.h.v. de basen c fout: dit wordt gedaan door helicase d fout: DNA-polymerase doet dit. 5 Welk enzym staat in voor het openen van de DNA-keten tijdens de DNA-replicatie? a DNA-polymerase b DNA-ligase c DNA-helicase 6 Welk DNA-fragment is complementair met ATTGCGCT? a GCCATATC b CAATGTGA c TAACGCGA d TAAGCGCT 7 Wat is de meest correcte rangschikking van minst complexe naar meest complexe structuur? a chromosoom, DNA, chromatine, nucleotide b nucleotide, DNA, chromatine, chromosoom c nucleotide, chromosoom, chromatine, DNA d DNA, chromatine, chromosoom, nucleotide