Iris kan na een kookopdracht reflecteren hierover.
De baby huilt. Wat zou de reden zijn? Heeft de baby pijn? Honger? Een vuile luier? Kou?
Jongeren vinden het leuk om de zwakke plekken n de verklaringen van anderen te vinden.
Stel dat er geen scholen bestonden, waarmee zouden we onze dagen vullen?
Jongeren zijn in staat om zaken zoals wiskunde en wetenschappelijke taal te gebruiken en te gebruiken.
Alle huizen hebben deuren. Alle deuren hebben een klink. Alle huizen hebben een klink.
Kritisch denken.
Hypothetisch denken.
Hypothetisch-deductief denken.
Logisch redeneren.
Metacognitief denken.
Denken over abstracte begrippen en symbolen.
