Cognitieve
ontwikkeling
De
Zwitserse
psycholoog
Jean
____________________
(
1896
-
1980
)
ontwikkelde
een
fasentheorie
die
de
____________________
van
kinderen
en
jongeren
in
kaart
bracht
.
De
adolescent
zit
volgens
Piaget
in
de
laatste
van
deze
fasen
:
de
____________________
-
____________________
fase
.
In
deze
fase
ontwikkel
je
de
capaciteit
om
____________________
,
____________________
en
deductief
te
kunnen
denken
,
oftewel
:
om
bepaalde
gedachten
voor
?
waar'
aan
te
nemen
,
ook
al
weet
je
dat
ze
in
werkelijkheid
niet
waar
zijn
.
De
cognitieve
ontwikkeling
heeft
veel
te
maken
met
de
ontwikkeling
van
je
____________________
,
vanuit
neurologisch
perspectief
dus
.
Tegen
de
tijd
dat
de
adolescentie
aanbreekt
,
heeft
de
ontwikkeling
van
de
hersenen
nog
maar
één
halte
te
gaan
:
het
uitontwikkelen
van
de
____________________
cortex
.
In
dit
gedeelte
van
de
hersenen
zitten
cognitieve
en
emotionele
functies
zoals
____________________
nemen
,
plannen
,
____________________
gedrag
en
____________________
.
Bij
adolescenten
is
de
prefrontale
____________________
dus
volop
in
ontwikkeling
.
____________________
,
sociaal
wenselijk
gedrag
vertonen
en
____________________
beheersen
,
zijn
dus
zaken
die
nog
moeten
worden
geleerd
,
en
juist
daarom
vaak
nog
niet
feilloos
door
de
adolescent
worden
beheerst
.
Neem
daar
de
biologische
en
____________________
ontwikkeling
bij
,
die
voor
veel
____________________
en
onzekerheid
zorgen
,
en
het
moge
duidelijk
zijn
dat
de
adolescent
nog
geen
volmaakt
vooruit
kijkende
,
sociaal
evenwichtige
en
____________________
juist
denkende
volwassene
is
.