Icon Créer jeu Créer jeu
Jouer Test
  • 1. 
    Geef de rationele naam van MnO2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Mangaan(IV)oxide
    B.
    Mangaan(IIII)oxide
    C.
    Mangaan(II)oxide
    D.
    Mangaan(III)oxide
    2. 
    Geef de rationele naam van CrO2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Chroom(IV)oxide
    B.
    Chroom(IIII)oxide
    C.
    Chroom(II)oxide
    D.
    Chroom(III)oxide
    3. 
    Geef de rationele naam van NiO2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Nikkel(IV)oxide
    B.
    Nikkel(IIII)oxide
    C.
    Nikkel(II)oxide
    D.
    Nikkel(III)oxide
    4. 
    Geef de rationele naam van CoO2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Kobalt(IV)oxide
    B.
    Kobalt(IIII)oxide
    C.
    Kobalt(II)oxide
    D.
    Kobalt(III)oxide
    5. 
    Geef de rationele naam van CaO2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Calcium(IV)oxide
    B.
    Calcium(IIII)oxide
    C.
    Calcium(II)oxide
    D.
    Calcium(III)oxide
    6. 
    Geef de rationele naam van TiO2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Titanium(IV)oxide
    B.
    Titanium(IIII)oxide
    C.
    Titanium(II)oxide
    D.
    Titanium(III)oxide
    7. 
    Geef de rationele naam van GaO2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Gallium(IV)oxide
    B.
    Gallium(IIII)oxide
    C.
    Gallium(II)oxide
    D.
    Gallium(III)oxide
    8. 
    Geef de rationele naam van LiO2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Lithium(IV)oxide
    B.
    Lithium(IIII)oxide
    C.
    Lithium(II)oxide
    D.
    Lithium(III)oxide
    9. 
    Geef de rationele naam van Cr(OH)7, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Chroom(VI)hydrooxide
    B.
    Chroom(VII)hydrooxide
    C.
    Chroom(V)hydrooxide
    D.
    Chroom(III)hydrooxide
    10. 
    Geef de rationele naam van Mg(OH)7, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Mangaan(VI)hydrooxide
    B.
    Mangaan(VII)hydrooxide
    C.
    Mangaan(V)hydrooxide
    D.
    Mangaan(III)hydrooxide
    11. 
    Geef de rationele naam van Li(OH)7, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Lithium(VI)hydrooxide
    B.
    Lithium(VII)hydrooxide
    C.
    Lithium(V)hydrooxide
    D.
    Lithium(III)hydrooxide
    12. 
    Geef de rationele naam van Ga(OH)7, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Gallium(VI)hydrooxide
    B.
    GalliumVII)hydrooxide
    C.
    Gallium(V)hydrooxide
    D.
    Gallium(III)hydrooxide
    13. 
    Geef de rationele naam van Cs(OH)7, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Cesium(VI)hydrooxide
    B.
    Cesium(VII)hydrooxide
    C.
    Cesium(V)hydrooxide
    D.
    Cesium(III)hydrooxide
    14. 
    Geef de rationele naam van Co2O3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Kobalt(II)oxide
    B.
    Kobalt(III)oxide
    C.
    Kobalt(IV)oxide
    D.
    Kobalt(VI)oxide
    15. 
    Geef de rationele naam van Ni2O3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Nikkel(II)oxide
    B.
    Nikkel(III)oxide
    C.
    NikkelIV)oxide
    D.
    Nikkel(VI)oxide
    16. 
    Geef de rationele naam van Fe2O3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    IJzer(II)oxide
    B.
    IJzer(III)oxide
    C.
    IJzer(IV)oxide
    D.
    IJzer(VI)oxide
    17. 
    Geef de rationele naam van Ti2O3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Titanium(II)oxide
    B.
    Titanium(III)oxide
    C.
    Titanium(IV)oxide
    D.
    Titanium(VI)oxide
    18. 
    Geef de rationele naam van Li2O3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Lithium(II)oxide
    B.
    Lithium(III)oxide
    C.
    Lithium(IV)oxide
    D.
    Lithium(VI)oxide
    19. 
    Geef de rationele naam van Cs2O3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Cesium(II)oxide
    B.
    Cesium(III)oxide
    C.
    Cesium(IV)oxide
    D.
    Cesium(VI)oxide
    20. 
    Geef de rationele naam van Ca(NO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Calcium(III)nitraat
    B.
    Calcium(II)nitraat
    C.
    Calcium(VII)nitraat
    D.
    Calcium(VI)nitraat
    21. 
    Geef de rationele naam van Ni(NO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Nikkel(III)nitraat
    B.
    Nikkel(II)nitraat
    C.
    Nikkel(VII)nitraat
    D.
    Nikkel(VI)nitraat
    22. 
    Geef de rationele naam van Fe(NO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    IJzer(III)nitraat
    B.
    IJzer(II)nitraat
    C.
    IJzer(VII)nitraat
    D.
    IJzer(VI)nitraat
    23. 
    Geef de rationele naam van Co(NO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Kobalt(III)nitraat
    B.
    Kobalt(II)nitraat
    C.
    Kobalt(VII)nitraat
    D.
    Kobalt(VI)nitraat
    24. 
    Geef de rationele naam van Ca(NO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Calcium(III)nitraat
    B.
    Calcium(II)nitraat
    C.
    Calcium(VII)nitraat
    D.
    Calcium(VI)nitraat
    25. 
    Geef de rationele naam van NiSO4, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Nikkel(V)sulfaat
    B.
    Nikkel(III)sulfaat
    C.
    Nikkel(II)sulfaat
    D.
    Nikkel(IV)sulfaat
    26. 
    Geef de rationele naam van CoSO4, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Kobalt(V)sulfaat
    B.
    Kobalt(III)sulfaat
    C.
    Kobalt(II)sulfaat
    D.
    Kobalt(IV)sulfaat
    27. 
    Geef de rationele naam van CaSO4, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Calcium(V)sulfaat
    B.
    Calcium(III)sulfaat
    C.
    Calcium(II)sulfaat
    D.
    Calcium(IV)sulfaat
    28. 
    Geef de rationele naam van FeSO4, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    IJzer(V)sulfaat
    B.
    IJzer(III)sulfaat
    C.
    IJzer(II)sulfaat
    D.
    IJzer(IV)sulfaat
    29. 
    Geef de rationele naam van CrSO4, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Chroom(V)sulfaat
    B.
    Chroom(III)sulfaat
    C.
    Chroom(II)sulfaat
    D.
    Chroom(IV)sulfaat
    30. 
    Geef de rationele naam van NiSO4, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Nikkel(V)sulfaat
    B.
    Nikkel(III)sulfaat
    C.
    Nikkel(II)sulfaat
    D.
    Nikkel(IV)sulfaat
    31. 
    Geef de rationele naam van LiBr2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Lithium(III)bromide
    B.
    Lithium(IV)bromide
    C.
    Lithium(II)bromide
    D.
    Lithium(I)bromide
    32. 
    Geef de rationele naam van NiBr2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Nikkel(III)bromide
    B.
    Nikkel(IV)bromide
    C.
    Nikkel(II)bromide
    D.
    Nikkel(I)bromide
    33. 
    Geef de rationele naam van FeBr2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    IJzer(III)bromide
    B.
    IJzer(IV)bromide
    C.
    IJzer(II)bromide
    D.
    IJzer(I)bromide
    34. 
    Geef de rationele naam van CoBr2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Kobalt(III)bromide
    B.
    Kobalt(IV)bromide
    C.
    Kobalt(II)bromide
    D.
    Kobalt(I)bromide
    35. 
    Geef de rationele naam van TiBr2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Titanium(III)bromide
    B.
    Titanium(IV)bromide
    C.
    Titanium(II)bromide
    D.
    Titanium(I)bromide
    36. 
    Geef de rationele naam van Cs(OH)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Cesium(I)hydraat
    B.
    Cesium(II)hydraat
    C.
    Cesium(III)hydraat
    D.
    Cesium(VI)hydraat
    37. 
    Geef de rationele naam van Cs2(CO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Cesium(I)hydraat
    B.
    Cesium(II)hydraat
    C.
    Cesium(III)hydraat
    D.
    Cesium(VI)hydraat
    38. 
    Geef de rationele naam van Ti(OH)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Titanium(I)hydraat
    B.
    Titanium(II)hydraat
    C.
    Titanium(III)hydraat
    D.
    Titanium(VI)hydraat
    39. 
    Geef de rationele naam van Ti2(CO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Titanium(I)hydraat
    B.
    Titanium(II)hydraat
    C.
    Titanium(III)hydraat
    D.
    Titanium(VI)hydraat
    40. 
    Geef de rationele naam van Li(OH)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Lithium(I)hydraat
    B.
    Lithium(II)hydraat
    C.
    Lithium(III)hydraat
    D.
    Lithium(VI)hydraat
    41. 
    Geef de rationele naam van Li(OH)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Lithium(I)hydraat
    B.
    Lithium(II)hydraat
    C.
    Lithium(III)hydraat
    D.
    Lithium(VI)hydraat
    42. 
    Geef de rationele naam van Fe(OH)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    IJzer(I)hydraat
    B.
    IJzer(II)hydraat
    C.
    IJzer(III)hydraat
    D.
    IJzer(VI)hydraat
    43. 
    Geef de rationele naam van Fe2(CO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    IJzer(I)hydraat
    B.
    IJzer(II)hydraat
    C.
    IJzer(III)hydraat
    D.
    IJzer(VI)hydraat
    44. 
    Geef de rationele naam van Cr(OH)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Chroom(I)hydraat
    B.
    Chroom(II)hydraat
    C.
    Chroom(III)hydraat
    D.
    Chroom(VI)hydraat
    45. 
    Geef de rationele naam van Cr2(CO3)3, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Chroom(I)hydraat
    B.
    Chroom(II)hydraat
    C.
    Chroom(III)hydraat
    D.
    Chroom(VI)hydraat
    46. 
    Geef de rationele naam van Ti(PO4)2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Titanium(II)fosfaat
    B.
    Titanium(IV)fosfaat
    C.
    Titanium(III)fosfaat
    D.
    Titanium(VI)fosfaat
    47. 
    Geef de rationele naam van Ga(PO4)2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Gallium(II)fosfaat
    B.
    Gallium(IV)fosfaat
    C.
    Gallium(III)fosfaat
    D.
    Gallium(VI)fosfaat
    48. 
    Geef de rationele naam van Cs(PO4)2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Cesium(II)fosfaat
    B.
    Cesium(IV)fosfaat
    C.
    Cesium(III)fosfaat
    D.
    Cesium(VI)fosfaat
    49. 
    Geef de rationele naam van Li(PO4)2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Lithium(II)fosfaat
    B.
    Lithium(IV)fosfaat
    C.
    Lithium(III)fosfaat
    D.
    Lithium(VI)fosfaat
    50. 
    Geef de rationele naam van Ni(PO4)2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Nikkel(II)fosfaat
    B.
    Nikkel(IV)fosfaat
    C.
    Nikkel(III)fosfaat
    D.
    Nikkel(VI)fosfaat
    51. 
    Geef de rationele naam van Ti(PO4)2, gebruik een Romeins cijfer
    A.
    Tin(II)fosfaat
    B.
    Tin(IV)fosfaat
    C.
    Tin(III)fosfaat
    D.
    Tin(VI)fosfaat