Créer une activité
Jouer Compléter
4 . Appelen en peren , boeren en boerinnen ? Gelukkig is er diversiteit .

4 . 1 Wat is biodiversiteit ?

Wat is dat ? Diversiteit ?
Diversiteit is het aantal verschillende dingen op een plaats . Hoe meer verschillen er zijn hoe groter de ____________________ .

Wat is dan de ____________________ ?
Het geheel van verschillende organismen op een bepaalde plaats . H



4 . 2 Successie de sleutel tot verandering .

Een kale duin wordt gekoloniseerd ( bevolkt ) door Helmgras . Dankzij deze grassen wordt het zand vastgehouden en wordt de bodem ____________________ .
Op de gestabiliseerde bodem kunnen mossen en algen groeien en na verloop van tijd ook zaden van andere planten groeien . Welke planten zullen in de eerste fase de duin bevolken :
? ____________________
? Duindoorn
? Veenbes

Door het vormen van een ____________________ ____________________ kunnen er steeds meer planten groeien . Meer planten , betekend ook andere en vaak meer diersoorten .
Er ontstaat en duinbos met de volgende soorten : ____________________ ____________________ , Grauwe abeel , Eikvaren

Deze evolutie , noemt men de ____________________ .
Helmgras is een soort dien niet zou kunnen leven in een duinbos door de hoge ____________________ met de andere planten , maar wel op een jonge duin .
Een zandloopkever zal ook niet voorkomen in dit bos , maar eerder op de kale duinen . Hij moet namelijk heel gemakkelijk kunnen opwarmen in de zon , en ook zandmijten vinden om te eten .

4 . 2 . 1 Specialisatie van soorten

Het voorgaande verhaal maakt duidelijk dat elke soort die in ons milieu voorkomt zich ____________________ heeft op een bepaalde omstandigheid , bepaalde abiotische omstandigheden ( bijv . ____________________ ____________________ ) .
Elke soort heeft zijn ideale en minder ideale omstandigheden waarbij hij kan voorkomen . Denk maar terug aan de ____________________ ____________________ van de soorten .
De mens weet dit maar al te goed . Hij heeft geleerd welke soorten eetbaar zijn , EN wat hun ideale groeiomstandigheden zijn .
Hij bootst nu de ____________________ na , brengt zaad aan , en groeien maar .

Verschil : ____________________ produceren voedsel . ____________________ kweken zeldzame soorten . Eigenlijk doen ze hetzelfde ! De maatschappij vraagt aan de landbouwer om voedsel te maken . De maatschappij vraagt aan de natuurbeheerders om de natuurwaarden te behouden .


4 . 3 Verschillende leefmilieus

De verschillende zaken die het leefmilieu van plant en dier op een bepaalde plaats bepalen zijn onder andere :
? temperatuur
? waterbeschikbaarheid
? wind
? ____________________
? diepte van de bodem
? zuutegraad

De plek waar een individu van een plantensoort of diersoorten leeft wordt een ____________________ genoemd . Het biotoop heeft steeds een uniform karakter
Dit wil zeggen dat het landschap ____________________ is voor het hele leefgebied van dit individu .



4 . 3 . 1 Soorten biotopen
Een ____________________ is dus een plekje met een bepaald uitzicht en specifieke natuurlijke vegetatie of mee bepaald door beheer . Het wordt gekenmerkt door een bepaald ____________________ ____________________ .
Enkele voorbeelden van biotopen :
? ____________________
? Koraalrif
? Bos
? Grote akkerlanden
? Parken
? Houtkanten
? Heide
? Grasland

Sommige planten en dieren kunnen in verschillende ____________________ voorkomen anderen kunnen enkel voorkomen in een bepaald biotoop .
Het leefmilieu zit boordevol verschillende soorten die elk hun eigen ____________________ stellen aan het milieu . De vroedmeesterpad komt bijvoorbeeld niet in de zelfde omgeving voor al de gewone pad . De heikikker komt in zure vennen ( poeltjes ) en heidegebieden voor terwijl de Groene Kikker het liefst in matig voedselrijke poelen met in de buurt houtachtige groenstructuren .
Elke plant en diersoort heeft zich de afgelopen miljoenen jaren ____________________ in het leven op een bepaalde plaats met specifieke abiotische omstandigheden ( biotoop ) .