-
Relier Colonnes
De ontkenning - La négation
Hoe stel ik een ("heb jij...?") vraag Hoe antwoord ik ontkennend ("neen, ik heb geen...")
-
Relier Colonnes
La négation
De ontkenning = La négation Verbind de Nederlandse zin met de juiste Franse zin.
-
Relier
Ce - cette - cet - ces
Klik op een willekeurig woord. Vervolgens komt in de hoofding te staan tot welke groep dit woord hoort. Zoek de resterende woorden van deze verzameling. Linksboven staat steeds aangegeven hoeveel woor...
-
Carte Interactive
Ce - Ces - Cette - Ces
Welke aanwijzend voornaamwoord hebben de volgende woorden? ( Werk je per twee ? Geef uitleg aan je buur. Waarom gebruik je hier ce, cette, cet of ces?)
-
Relier Colonnes
Relie!
Relie les phrases au présent avec les phrases au futur proche. Verbind de zinnen in de tegenwoordige tijd met de zinnen in de nabije toekomst.
-
Remplis les phrases avec le bon futur proche. Vul de zinnen juist aan.
-
Compléter
Le futur proche
Mets les phrases au futur proche. Plaats de zinnen in de nabije toekomst ('aller' vervoegd + ww. in de infinitief)
-
Mots Croisés
Les mots-croisés
Vervoeg de werkwoorden naar het verleden en zet ze op de juiste plaats.
-
Relier Colonnes
Combine!
Combine le verbe avec son participe passé. Combineer het werkwoord met zijn voltooid deelwoord.
-
Transforme: du présent au passé composé. Verander: van het heden naar het verleden.
-
Compléter
Donne le contraire (Lise)
Geef het tegengestelde. Opgelet voor het vrouwelijk en het meervoud van het bijvoeglijk naamwoord.
-
Compléter
Les verbes
Complétez les phrases par la bonne forme du verbe. Voltooi de zinnen met de correcte vervoeging van het werkwoord. (Oefenen - Stefanie Korthoudt)
-
Dialogue
Les verbes
Lisez les phrases et conjuguez les verbes correctement. Lees de zinnen en vervoeg de werkwoorden. (Oefenen - Stefanie Korthoudt)
-
Mots Croisés
Les verbes
Cherchez les verbes et conjuguez-les. Zoek de werkwoorden en vervoeg ze. (Oefenen - Stefanie Korthoudt)
-
Dictée
Les verbes
Ecrivez les phrases avec la bonne conjugaison des verbes. Schrijf de zinnen met de correcte vervoeging van de werkwoorden. (Test - Stefanie Korthoudt)
-
Relier
L'impératif
Grouper les mêmes formes de l'impératif. C'est un ordre à une ou à plusieurs personnes? Groepeer de verschillende vormen van de imperatief. Is het bevel gericht aan één of meerdere personen? (Oefene...
-
Dialogue
L'impératif
Lire, écouter et répéter les formes de l'impératif. Lees, luister en herhaal de vormen van de imperatief. (Oefenen - Stefanie Korthoudt)
-
Relier
L'impératif
Grouper les phrases avec un verbe conjugué et les phrases avec un impératif. Groepeer de zinnen met een vervoegd werkwoord en de zinnen met een imperatief. (Oefenen - Stefanie Korthoudt)
-
Test
L'impératif
Compléter les phrases par la bonne forme de l'impératif. Voltooi de zinnen met de correcte vorm van de imperatief. (testen - Stefanie Korthoudt)
-
Oefenen: Les pronoms personnels sujets (Charlotte De Win)
-
Relier Colonnes
Les pronoms personnels sujets
Oefenen: Les pronoms personnels sujets (Charlotte De Win)
-
Mots Croisés
L'impératif
Compléter le mots-croisés avec la bonne forme de l'impératif. Vul het kruiswoordraadsel aan met de correcte vorm van de imperatief.
-
Indiquer la bonne forme de l'impératif. Duid de correcte vorm van de imperatief aan.
-
Remplir la bonne forme de l'impératif. C'est un ordre à une ou à plusieurs personnes? Vul aan met de correcte vorm van de imperatief. Is het bevel gericht aan één of meerdere personen?
-
Donner l'infinitif des verbes. Geef de infinitief van de werkwoorden.
-
Conjuguer les verbes comme 'prendre'. Vervoeg de werkwoorden zoals 'prendre'.
-
Indiquer les verbes du groupe demandé. Duid de gevraagde werkwoorden aan.
-
Dans chaque phrase, il y a un verbe qui est conjugué en 4 manières. Choisis la bonne forme! In elke zin bevindt zich een werkwoord dat vervoegd is op 4 manieren. Duid de correcte vorm aan!
-
Traduisez les verbes et les phrases en français. Vertaal de werkwoorden en de zinnen in het Frans.