Son jeux

Koppel de vierhoek aan de passende figuur.

Eigenschappen van vierhoeken

Vul de woorden in bij de juiste verklaring.

Formeel of informeel taalgebruik

Complétez par le bon mot.

écrivez le numéro de la phrase dans la bulle correcte.

Complétez par des mots de la liste à la page 29 de votre livre.

Koppel de passende synoniemen.

Noteer het passende begrip bij de omschrijving.

Gebruik de passende figuurlijke taal. Raadpleeg de woordenlijst.

Je krijgt de verklaring. Vul het woord in.

Je krijgt de verklaring. Vul het woord in.

Vul aan met het juiste woord. Zoek het op in de woordenlijst.

Vul aan met het juiste woord. Zoek het op in de woordenlijst.

Kruis de juiste betekenis aan.

Vul aan met de passende werkvorm. Kies uit: snauwen, omkomen, persen, sorteren, opmaken.

Vul aan met de passende werkvorm. Kies uit: snauwen, omkomen, persen, sorteren, opmaken.

Verbind met het synoniem of met de passende verklaring.

Vul aan met het juiste woord. Kies uit: precies, persoonlijk, massaal, historisch, dringend, vermoeiend.

Vul aan met het juiste woord. Kies uit: precies, persoonlijk, massaal, historisch, dringend, vermoeiend.

Gebruik de passende figuurlijke taal. Raadpleeg de woordenlijst.

Je krijgt de verklaring. Vul het woord in.

Je krijgt de verklaring. Vul het woord in.

Vul aan met het juiste woord. Zoek het op in de woordenlijst.

Vul aan met het juiste woord. Zoek het op in de woordenlijst.

Kruis de juiste betekenis aan.

Vul aan met de passende werkwoordsvorm. Kies uit: grijnzen, overtuigen, presenteren, stichten, likkebaarden.

Vul aan met de passende werkwoordsvorm. Kies uit: grijnzen, overtuigen, presenteren, stichten, likkebaarden.

Verbind met het synoniem of de passende verklaring.

Vul aan met het juiste woord. Kies uit: levendig, machtig, beduusd, urenlang, spitsvondig, uitgestrekt.

Vul aan met het juiste woord. Kies uit: levendig, machtig, beduusd, urenlang, spitsvondig, uitgestrekt.

Verbind de homoniemen.

Verbind twee tegengestelden.

Verbind drie synoniemen.

Gebruik de juiste figuurlijke taal.

Gebruik de juiste figuurlijke taal.

Je krijgt de verklaring. Vul het woord aan.

Vul aan met het juiste woord.

Vul aan met het juiste woord. Zoek in de woordenlijst.

Kruis de juiste betekenis aan.

Vul aan met de passende werkwoordsvorm. Kies uit: kronkelen, zoeven, ontwijken, barsten, wapperen.

Vul aan met de passende werkwoordsvorm. Kies uit: kronkelen, zoeven, ontwijken, barsten, wapperen.

Verbind de synoniemen.

Vul aan met het juiste woord. Kies uit: belabberd, dapper, kordaat, vals, steil.

Vul aan met het juiste woord. Kies uit: belabberd, dapper, kordaat, vals, steil

Unité 24 - pagina 22 - oefening 8

Klik op de correcte Europese rivier.

Klik op de juiste plaats.

Klik op het juiste Europese gebergte.

Vul het besluit correct aan.

Vul het besluit correct aan.

Vul het besluit correct aan.

Klik op de juiste Europese zee.

Taalschat pag. 27

Taalschat pag. 27

Taalschat pag. 27

Taalschat pag. 27

Taalschat pag. 26

Taalschat pag. 26

Taalschat pag. 26

Taalschat pag. 26

Taalschat pag. 26

Taalschat pag. 26

Klik op de juiste dag.

Verbind de woorden.

Verbind de woorden.

Vind jij alle woorden?

Los het kruiswoordraadsel op met behulp van je W.O.-bundel.

Beantwoord de vragen met behulp van je W.O.-bundel.

Vul de ontbrekende termen in. Markeer ze ook in je W.O.-bundel.

Klik op het juiste bord.

Verbind de termen met hun juiste verklaring.

Vervolledig de zinnen. De Taalbende - Spelling - Les 2.2.

Wat weet jij over de zonnewijzer, de zandloper, de slingerklok, het zakhorloge, het horloge met wijzers en het horloge met cijfers?

Wat weet je over de klas van toen?

Benoem de foto's.

Verbind de juiste kenmerken bij de juiste leeftijdsgroep.

Klik op de juiste foto.

Klik op de gevraagde kalender.

Ken jij de begin- en einddatum van de seizoenen?

Zet de maanden op hun juiste plaats.

Wat weet je over de vier seizoenen?

Kan jij de maanden in de juiste volgorde zetten?

Schooljaar of kalenderjaar?

Hoelang duurt een jaar?

Weet jij hoeveel dagen elke maand telt?

Wat weet je over een maand?

Tijdsbepalende begrippen

Hoelang duurt een dag?

Wijzerklok

Was het nu vroeger, nu of later?

Welk gerecht hoort bij welk land?

Ken jij de typische kenmerken van deze werelddelen?

Ken jij de zeven werelddelen?

Hoe voelen deze figuurtjes zich?

Kan jij het uiterlijk van deze mensen omschrijven?

In welke stad zijn we Carnaval aan het vieren?

Wat weet jij over het Carnaval in Italië?

Wat weet jij over het carnaval in Aalst?

Wat weet jij over het carnavalsfeest in Binche?

Wat weet jij over het carnavalsfeest in Brazilië?

Wat weet jij nog over het ontstaan van de stoet?

Vind jij iedereen terug in de stoet?

Kan jij de woorden vinden?

Weet jij nog wanneer we Carnaval vieren?

Wat weet jij over het ontstaan van Carnaval?

Wie werkt er wanneer wij feesten?

Wat weet jij over de Noordpool?

Ken jij de weg die je brief aflegt?

Weet jij hoe potloden gemaakt worden?

Wat weet je over deze voertuigen?

Kan jij deze voertuigen juist benoemen?

Kan jij deze voertuigen juist benoemen?

Kan jij de gebeurtenissen koppelen met de juiste data?

Kan jij de gebeurtenissen op de juiste plaats op de maandkalender zetten?

Ken jij de leden van onze koninklijke familie?

Ken jij de leden van onze koninklijke familie?

Ken jij de leden van het koningshuis?

Ken jij de 7 koningen van België?

Wat doet een koning zoal tijdens een werkdag?

Wat weet je over het koningsfeest?

Ken jij deze oorlogstuigen?

Kan jij de woorden met hun verklaring verbinden?

Wat weet jij over Wapenstilstand?

Kan jij de feesten koppelen aan hun juiste datum?

Kan jij de woorden met hun verklaring verbinden?

Zoek de woorden!

Wat weet je over Halloween?

Wat weet je over de maand 'november'?

Wat mag wel / niet in het bos?

Kan jij de delen van het blad juist benoemen?

Kan jij de delen van een boom juist benoemen?

Welk seizoen past bij welke boom?

Wat past bij elkaar?

Kan jij de delen van de paddenstoel correct benoemen?

Kan jij de juiste vruchten benoemen?

Wat hoort samen?

Kun jij deze diertjes benoemen?

Wat weet je over trekvogels?

Wat weet je over de bosmuis?

Wat weet je over de egel?

Wat weet je over de eekhoorn?

Welk weersverschijnsel zie je?

Wat past wel / niet bij herfstweer?

Klik op het juiste seizoen.

Wat weet jij over Pater Lievens?

Wat vinden we allemaal in onze klas?

Welke leerkracht vinden we in elke klas?

Wat vinden we allemaal in een slaapkamer?

Klik op de juiste kamer.

Klik op het juiste huis.

Klik op de juiste lichaamsdelen.

Juist of fout?

Tandartspraktijk

Zoek bij elke uitdrukking de juiste betekenis.

Je lichaam spreekt!

Vind jij de snijtanden, hoektanden en kiezen?

Ken jij de 9 groepen?

Ken jij de 9 groepen?

Gezond of ongezond? Maak groepjes: Fruit, groenten, ongezonde voeding.

Lichaamsdelen

Interactive map