-
Sterke werkwoorden blz 2
CompléterInvuloefening van het Frans naar het Nederlands
-
Relativa
TestVoeg de twee zinnen zo samen dat je een adverbiaal pronomen gebruikt: waar-voorzetsel of voorzetsel + wie
-
Schrijf een hoofdzin met een bijzin en voeg een modaal hulpwerkwoord toe.
-
Modale werkwoorden
TestHerschrijf de zin met het juiste modale werkwoord. Let op de nuance tussen haakjes.
-
Verbindingswoorden
CompléterVul het juiste verbindingswoord in.
-
Zinsbouw
Ordonner les Motszin 12: Luister en schrijf de goede zin.
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsZin 11: Luister en schrijf de goede zin.
-
Zinsbouw
Ordonner les Motszin 10: Luister en schrijf de goede zin.
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsZin 9: Luister en schrijf de goede zin.
-
Zinsbouw
Ordonner les Motszin 8: Luister en schrijf de goede zin. Denk aan de regels.
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsZin 7: Luister en schrijf de goede zin. Denk aan de regels.
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsZin 6: Luister en schrijf de goede zin. Denk aan de regels.
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsZin 5: Luister en schrijf de goed zin. Denk aan de regels.
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsZin 4: Luister en schrijf de goede zin. Denk aan de regels
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsZin 3: Klik en bouw de juiste zin. Denk aan de regels.
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsKlik en bouw een goede zin met alle woorden. Denk daarbij aan de regels.
-
Zinsbouw
Ordonner les MotsKlik en maak goede zinnen door de zinsdelen op de juiste plaats te schrijven. Denk daarbij goed aan de regels