Son jeux

- Luister naar het woord. - Kies het juiste onderdeel.

Wie, wat, waar, wanneer? Ontdek het hier!

- Luister goed. - Klik op het juiste knopje.

- Luister goed. - Klik op het juiste knopje in de bus.

- Wat kan je met het knopje doen? - Luister en kies het juiste knopje.

- Oefen de delen van de snoeischaar

- Luister naar het woord. - Waar is dit knopje?

Er is een ongeval gebeurd. Wat moet je doen? Luister naar de tekst en herhaal.

Luister naar het woord. Klik op de juiste plaats.

Luister naar het woord. Klik op de juiste plaats.

Luister naar het woord. Klik op de juiste plaats.

Luister naar de onderdelen. Klik op de juiste plaats.

Zet de onderdelen van de machine op de juiste plaats.

- Luister naar de woorden. - Kies de juiste plaats.

- Luister naar het woord. - Kies de juiste plaats.

- Luister naar het woord. - Kies het juiste woord.

- Luister naar het woord. - Waar vind je dit in de lascabine? - Kies de juiste plaats.

- Luister naar het woord. - Match met de juiste foto.

- Luister goed. - Welk woord hoor je? - Kies de juiste foto.

- Luister naar de zin. - Wat moet je doen? - Kies de goede foto.

- Luister naar de zin. - Welk woord ken je? - Kies de juiste foto.

- Luister naar het woord. - Zoek de juiste foto.

- Wat moet je doen? - Kies de juiste foto.

- Match de woorden met de juiste foto.

- Luister naar het proces - Kies de juiste plaats

- Luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen.

- Luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen.

- Luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister - Wat moet je invullen in vak 12 van het aanrijdigingsformulier? - We vullen in voor voertuig A!

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoogjes. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen.

- Lees en luister naar de dialogen. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen die je moet zeggen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal en oefen de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen. - Herhaal de zinnen.

- Lees en luister naar de dialoog. - Herhaal de zinnen.

- Luister naar de dialoog. - Oefen de zinnen. - Herhaal de zinnen.

- Luister naar de situatie - Luister naar de zinnen en herhaal.

- Luister en lees. - Herhaal de zinnen.

- Luister en lees - Herhaal de zinnen die je moet zeggen.

- Luister en lees. - Herhaal de zinnen van de chauffeur.

- Luister en lees - Herhaal de tekst

- Luister en lees. - Waar moet je dit invullen?

- Welke groepen moeten samen? - Kies de woorden uit één groep.

- Luister naar de uitleg. - Duid aan waar je dit moet schrijven.

- Luister naar het eindproduct. - Kies de juiste foto.

- Luister. - Welk eindproduct hoor je? - Kies de correcte plaats.

- Luister. - Welk eindproduct hoor je? - Kies de correcte foto.

- Luister naar de zin. - Kies de correcte foto.

- Luister goed. Welke grondstof hoor je? - Match met de correcte foto.

- Kijk naar de foto. - Doe de opdracht.

- Kijk naar het pictogram. - Wat betekent het? - Kies het goede antwoord.

- Kijk naar de foto. - Lees de regel over veiligheid. - Match de foto met de regel.

- Luister goed. Wat moet je doen? - Match de juiste instructies en woorden.

- Luister goed. - Kies de juiste plaats op de foto.

- Luister naar de instructie. - Match met de juiste foto.

- Lees de zinnen. - Welk woord moet je invullen? - Kijk in de kolom rechts. - Schrijf het goede woord.

- Lees de zin. - Welk woord moet je invullen?

- Wat is dat? - Schrijf het goede woord.

- Luister naar het woord. - Match de woorden

- Luister naar de instructies. - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Luister naar de instructies. - Wat moet je doen? - Kies het goede antwoord.

- Luister naar de instructie - Wat moet je doen? - Kies het goede antwoord.

- Luister naar de instructies. - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Kijk naar de foto. - Waar is de vis? - Zoek de juiste tekst.

- Luister naar de kleur. - Kies de juiste kleur op de foto.

- Luister naar de kleur. - Duid de kleur aan op de foto.

- Welk kleur is dit? - Zoek de juiste kleur.

- Luister naar de instructies. - Wat moet je doen? - Kies het goede antwoord.

- Luister naar de instructie - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Luister naar de instructie. - Wat moet je doen? - Kies de goede foto.

- Luister naar de instructie - Wat moet je doen? - Kies de goede foto.

- Luister naar de instructie - Wat moet je doen? - Kies de goede foto.

- Luister naar de instructies. - Wat moet je doen? - Kies het goed antwoord.

- Luister naar de instructie - Wat betekent hetzelfde? - Match de woorden.

- Luister naar de instructie - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Luister naar de instructie. - Wat moet je doen? - Kies de goede foto.

- Luister naar de instructie. - Wat moet je doen? - Kies de goede foto.

- Lees de instructie. - Match de instructie met de juiste foto.

- Lees de instructie. - Wat moet je doen? - Kies de goede foto.

- Luister naar de instructies. - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Luister naar de instructies - Welke instructies betekenen hetzelfde? - Match deze instructies

- Luister naar de instructie - Welke instructie betekent hetzelfde? - Match de instructies

- Luister naar de instructies - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Luister naar de instructie - Wat betekent hetzelfde? - Match de kolommen.

- Luister naar de instructies. - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Luister naar de instructies - Wat moet je doen?

- Luister naar de instructie. - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Lees de woorden - Match de woorden

- Oefen de woorden in de bus - Match de woorden

- Lees de woorden - Match de woorden

- Lees het woord - Match het woord

- Luister naar de letter/het woord - Schrijf op.

- Luister goed. - Kies de goede reactie.

- Luister naar de instructie. - Wat moet je doen? - Kies het juiste antwoord.

- Luister naar de instructie. - Wat moet je doen? - Kies de juiste foto.

- Luister naar de instructie - Wat moet je doen? - Kies de juiste foto.

- Luister naar de instructies - Wat moet je precies doen? - Kies het juiste antwoord

- Luister naar het woord - Kies de juiste plaats op de bus

- Luister naar het onderdeel - Kies de juiste plaats op het dashboard

- Luister naar de onderdelen van de bus - Waar is het? - Kies de juiste plaats

- Wat is dit? - Kies het juiste woord.

- Luister naar de instructie - Wat moet je precies doen? - Kies het juiste antwoord.

- Luister naar het onderdeel van de heftruck - Waar is het? Duid aan.

- Luister naar de instructies - Kies het juiste antwoord

Luister naar de instructies. Match de instructie met de juiste foto.

- Luister naar het woord. - Welk gereedschap hoor je? - Klik op de juiste foto.

- Luister naar de instructies van de instructeur - Wat zegt hij? - Match met de juiste tekst

- Luister naar de instructies - Kies het juiste kaartje

- Luister naar de zin - Welk dag van de week hoor je?

- Welke dag hoor je? - Match met het woord

- Vul de dagen van de week in in het kruiswoordraadsel

- Welke dag van de week is dit?

- Luister naar het cijfer. - Match het cijfer.

- Luister naar de zin. - Welk woord hoor je in de zin? - Kies het juiste woord.

- Vertaal het woord naar het Nederlands - Vul het woord in op de juiste plaats

- Luister naar het woord. - Kies het woord dat je hoort.

- Luister naar het woord - Welk woord hoor je? Match met het juiste woord.

- Luister naar de zin. - Hoe ga jij reageren? Kies het juiste antwoord.

- Wat hoor je? - Match met het juiste woord.

- Luister naar het woord: Wat hoor je? - Match met het juiste woord.

- Luister naar de zin - Welk cijfer hoor je? - Duid het juiste cijfer aan.

- Luister naar het cijfer - Match het cijfer

- Luister naar het cijfer - Schrijf het cijfer op

Wie ben jij? Waar woon jij? Welke job zoek jij?

- Kijk naar de video - Beantwoord de vragen

- Kijk naar de video - Beantwoord de vragen

Hoe kan ik werken met de hoogtemaat?

- Luister naar de instructie. - Kies de correcte foto.

- Zoek het juiste woord.

- Wat is dit? - Antwoord correct.

- Zoek de woorden. - Vind je alle woorden?

- Luister goed - Welk beschermmiddel hoor je?

- Audio oefening - Match de werkwoorden met de juiste foto

- Match de juiste foto met het juiste audiofragment

- Zoek het correcte woord - Kijk naar de foto - Zet de letters in juiste volgorde

- Kijk naar het filmpje - Beantwoord de vragen.

- Kijk naar de foto's. - Combineer de foto met het juiste werkwoord.

- Basisinstructies voedingsoperator begrijpen - Basisinstructies doossluiter

- Belangrijke termen bij een doos

- Vragen over het filmpje Boren - Veiligheid (Basistechnieken Metaal)