Créer une activité
Jouer Test
1. 
Een schoolkalender telt
A.
twaalf maanden
B.
tien maanden
C.
zes maanden
2. 
Een jaarkalender telt
A.
tien maanden
B.
twaalf maanden
C.
dertien maanden
3. 
De vakantiemaanden zijn
A.
juni en augustus
B.
juni en juli
C.
juli en augustus
4. 
Wanneer vier je iemand zijn verjaardag?
A.
één keer in de maand
B.
één keer per dag
C.
één keer per jaar