de grote schaamlippen
de baarmoederhals
de vulva of geslachtsopening
de eierstokken
de venusheuvel
de baarmoeder
de eitrechter
de eileider
de clitoris
de vagina
de kleine schaamlippen
hierin zit de slijmprop die de baarmoeder afsluit; vormt bij de geboorte mee het geboortekanaal
vervoert de eicel naar de baarmoeder; hier gebeurt de bevruchting
produceert eicellen, follikels en de oestrogenen (hormonen)
het gespierde orgaan waar het embryo in terecht komt en ontwikkelt
ontvangt de penis bij de geslachtsgemeenschap; door het zure milieu (en bacteriën) beschermt het tegen infecties; produceert vaginaal slijm; bij de geboorte is het een deel van het geboortekanaal
vangt de eicel na ovulatie op
de binnenste huidflappen die beschermen tegen vuil van buiten af
De huid en vetlaagje op het schaambeen dat de schaamharen bevat en het schaambeen beschermt
de buitenste huidflappen die de schaamharen bevatten en geur en "slijm" produceren bescherming bieden tegen vuil van de buitenwereld
een klein zwellichaampje dat bij prikkeling lust in seks opwekt
opening naar de buitenwereld en einde van de vagina