Créer une activité
Jouer Mots Croisés
1 Koeien, varkens en kippen wonen hier.
2 Heel hard roepen.
3 Hij .... (ander woord voor riep) naar dat meisje.
4 Een zoogdier dat op zijn 2 achterpoten en staart springt.
5 Toen mijn hondje wegliep, liep ik er ....
6 Dit heeft de vis nodig om te ademen.
7 Geef een ander woord voor: planten die groeien.
8 Ik heb een fout, ik moet het .... proberen.
9 Op de eeuwenband heb je verschillende ....
10 Dit drinken de leerkrachten vaak in de leraarskamer.
11 Wij zijn grote en gevaarlijke zoogdieren die leven in de zeeën of oceanen.
12 Elke dag om 7 uur \'s avonds kan je naar mij kijken op tv.
13 Als ik hoge punten heb, heb ik .... punten.
14 Hier moet ik betalen in de winkel. Aan de ...
15 Dat vind ik een mooi uitzicht, ik neem er een ... van.
16 Als de mensen in het circus een mooie act zien, zeggen ze allemaal ....
17 Eergisteren was mijn oma ziek, de dag ... fietste ze al naar het dorp.
18 Dit zeg je als je iemand ziet die je kent.
19 Iedereen heeft een papa en een ....
20 Een ander woord voor: grootvader
19
20
4
14
7
12
2
11
5
13
1
3
6
9
15
8
17
16
18