je joue
je jouais
j'avais joué
ik zal zodra spelen
ik speel
ik heb juist gespeeld
ik had gespeeld
JOUE!
ik zal spelen
ik speelde
jouet
je viens de jouer
speeltje
je vais jouer
je jouairais
je jouerai
ik zou spelen
SPEEL !