Créer une activité
Ico create Educaplay Créer une activité
Toutes les activités
Jouer Test
1. 
Welke paddenstoel wordt hier afgebeeld ?
A.
zwavelkop
B.
morieltje
C.
honingzwam
2. 
Mag je paddenstoelen plukken ?
A.
Ja , je mag alle paddenstoelen plukken.
B.
Ja , maar enkel de eetbare soorten.
C.
Ja, maar enkel degene die in je eigen tuin staan.
D.
Neen, je mag in geen geval een paddenstoel plukken
3. 
Waar kan je paddenstoelen vinden ?
A.
in het bos
B.
In het bos en in het water
C.
In het bos , in weiden en in grasperken
D.
in weiden en op straat
4. 
Er zijn drie goede redenen om paddenstoelen niet te plukken , duidt ze aan.
A.
Vele paddenstoelen zijn niet eetbaar en zelfs giftig.
B.
Paddenstoelen sterven onmiddelijk af nadat ze geplukt worden.
C.
Paddenstoelen zijn erg mooi om naar te kijken veel mensen genieten ervan.
D.
Paddenstoelen zijn heel erg nuttige opruimers in de natuur.
E.
Als je paddenstoelen plukt wordt je onmiddelijk ziek.
F.
Paddenstoelen hebben een magische kracht .
5. 
Wat is de naam van deze paddenstoel ?
6. 
Zo groeit een paddenstoel. Duidt aan welke stap er volgt in het groeiproces van een paddenstoel:Uit een spore groeit een schimmeldraad....
A.
De hoed van de paddenstoel gaat open.
B.
Uit de zwamvlok groeien paddenstoelen.
C.
De sporen vallen op de grond.
D.
De paddenstoelen worden groter.
E.
De schimmeldraad wordt groter en heet nu zwamvlok.