Créer une activité
Jouer Carte Interactive
1.
[Geluidsbestand]

Was je geparkeerd? Of stond je stil toen het ongeval gebeurde? Doorstreep wat niet past. Schrijf hier een kruisje.

2.
[Geluidsbestand]

Reed je weg uit een parking? Of deed je een deur (portier) open toen het ongeval gebeurde? Kies wat past en doorstreep wat niet past. Zet hier een kruisje.

3.
[Geluidsbestand]

Ging je net parkeren toen het ongeval gebeurde? Schrijf hier een kruisje.

4.
[Geluidsbestand]

Reed je weg van een parking, een oprit van een huis, een onverharde weg toen het ongeval gebeurde?

5.
[Geluidsbestand]

Reed je op een parking, een oprit van een huis of een onverharde weg? Zet hier een kruisje.

6.
[Geluidsbestand]

Wilde je een grote rotonde oprijden (een verkeersplein) toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.

7.
[Geluidsbestand]

Botste je op de achterkant van de auto voor jou die in dezelfde richting reed? Zet hier een kruisje.

8.
[Geluidsbestand]

Reed je in dezelfde richting, maar op een andere rijstrook toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.

9.
[Geluidsbestand]

Veranderde je van rijstrook toen het ongeval gebeurde? Ging je van één rijstrook naar de andere? Zet hier een kruisje.

10.
[Geluidsbestand]

Was je een voertuig aan het inhalen toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.

11.
[Geluidsbestand]

Wilde je rechtsaf slaan, rechts inrijden toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.

12.
[Geluidsbestand]

Wilde je links inslaan, links inrijden toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.

13.
[Geluidsbestand]

Reed je achteruit toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.

14.
[Geluidsbestand]

Reed je op de rijbaan of het rijvak van de tegenligger toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.

15.
[Geluidsbestand]

Kwam jij op een kruispunt van rechts toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.

16.
[Geluidsbestand]

Heb je het voorrangsbord of het rood licht niet gezien en reed je gewoon door? Zet hier een kruisje.

17.
[Geluidsbestand]

Hoeveel vakjes heb je aangeduid aan de kant van voertuig A? Schrijf hier het cijfer (vb. 1, 2, 3, ...)

18.
[Geluidsbestand]

Reed je op een grote rotonde (verkeersplein) toen het ongeval gebeurde? Zet hier een kruisje.