Créer jeu
Jouer Test
1. 
In de klas eten we niet. (Verbod + begin met "Hij zegt dat ...")
2. 
De melk is te warm. Ze drinkt die niet. (onmogelijkheid + begin met "Hij zegt dat ...")
3. 
Piet komt niet mee: hij ligt in bed. (onmogelijkheid + begin met "Hij zegt dat ...)
4. 
Ze belt haar vriendje niet op. Ze is boos op hem. (weigering = refus + begin met "Hij zegt dat ...)
5. 
Ze is te jong. ze heeft nog geen kleinkinderen. (onmogelijkheid + begin met "Hij zegt dat ...)
6. 
Aan tafel speelt ze niet. (verbod + "Begin met "Hij zegt dat ..."
7. 
Ik nodig die meisjes niet uit. (weigering + begin met "Hij zegt dat ...")
8. 
Hij tekent niet mooi (onmogelijkheid + begin met "Hij zegt dat ...")
9. 
Dat is meneer Smets niet. (onmogelijkheid + begin met "Hij zegt dat ...")
10. 
Hier rook je niet. (verbod + begin met "Hij zegt dat ...")