Créer une activité
Ico create Educaplay Créer une activité
Toutes les activités
Jouer Test
1. 
Waarom ben je te laat?
A.
Hij is thuis.
B.
Ik weet het niet.
C.
Ik heb me overslapen.
D.
Ik kan niet slapen.
2. 
Waarom ben je te laat?
A.
Ik heb een platte band.
B.
Ik heb me overslapen.
C.
Het is te koud vandaag.
D.
Ik heb opvang gezocht, mijn kind is ziek.
3. 
Waarom ben je te laat?
A.
Het regent.
B.
Mijn auto start niet. De batterij is plat.
C.
Ik kon niet door met de auto. Er zijn wegenwerken.
D.
De trein had vertraging.
4. 
Waarom ben je te laat?
A.
Ik was mijn laptop vergeten thuis.
B.
De batterij is plat.
C.
Er was veel file.
D.
Mijn kind is ziek.
5. 
Waarom ben je te laat?
A.
De trein had vertraging.
B.
Ik heb me overslapen.
C.
Mijn auto is stil gevallen.
D.
Ik rijd met een camionette.
6. 
Waarom ben je te laat?
A.
Mijn tractor is kapot.
B.
Er was een manifestatie.
C.
Ik heb me overslapen.
D.
Ik heb geen zin om te werken.
7. 
Waarom ben je te laat?
A.
Mijn kind is ziek.
B.
Mijn auto start niet. De batterij is plat.
C.
Ik heb hoofdpijn.
D.
Ik ben gevallen, maar ik denk dat het in orde komt.
8. 
Waarom ben je te laat?
A.
Er was file.
B.
Mijn wekker is niet afgegaan.
C.
Ik heb de trein gemist.
D.
Mijn fiets heeft een platte band.