Icon Créer jeu Créer jeu
Jouer Test
  • 1. 
    Dissociatie is...
    A.
    het ontstaan van ionen bij het oplossen van een polaire covalente verbinding in water
    B.
    het ontstaan van ionen bij het oplossen van een ionverbinding in water
    C.
    het loskomen van ionen bij het oplossen van een polaire covalente verbinding in water
    D.
    het loskomen van ionen bij het oplossen van een ionverbinding in water
    2. 
    Dissociatie zal...
    A.
    altijd optreden als een ionverbinding in water wordt gebracht
    B.
    alleen optreden als een ionverbinding oplost in water
    C.
    altijd optreden als een polaire covalente verbinding in water wordt gebracht
    D.
    alleen optreden als een polaire covalente verbinding in water oplost
    3. 
    Er is aantrekking tussen ionen en water omdat...
    A.
    zowel ionen als watermoleculen elektrisch geladen zijn
    B.
    zowel ionen als watermoleculen polair zijn
    C.
    ionen polair zijn en watermoleculen elektrisch geladen zijn
    D.
    ionen elektrisch geladen zijn en watermoleculen polair zijn
    4. 
    Ionisatie is het...
    A.
    ontstaan van ionen bij het oplossen van een sterk polaire covalente verbinding in water
    B.
    loskomen van ionen bij het oplossen van een sterk polaire covalente verbinding in water
    C.
    loskomen van ionen bij het oplossen van een ionverbinding in water
    D.
    ontstaan van ionen bij het oplossen van een ionverbinding in water
    5. 
    Ionisatie zal (in water) zeker optreden bij...
    A.
    hydroxiden
    B.
    zouten
    C.
    niet-metaaloxiden
    D.
    zuren
    6. 
    Welke covalente verbindingen lossen op in water?
    A.
    alle covalente verbindingen
    B.
    polaire covalente verbindingen
    C.
    apolaire covalente verbindingen
    7. 
    Er is een aantrekkingskracht tussen watermoleculen en...
    A.
    de moleculen van alle covalente verbindingen
    B.
    de moleculen van apolaire covalente verbindingen
    C.
    de moleculen van polaire covalente verbindingen
    8. 
    Een stof of mengsel kan elektrische stroom geleiden...
    A.
    met vrije elektronen of vrije ionen
    B.
    alleen met vrije elektronen
    C.
    alleen met vrije ionen
    D.
    het juiste antwoord is niet gegeven
    9. 
    Een elektrolyt is een stof die in vloeibare toestand of opgelost in water de stroom zal geleiden door het leveren van...
    A.
    vrije elektronen
    B.
    vrije ionen
    C.
    vrije ionen en vrije elektronen
    D.
    het juiste antwoord is niet gegeven
    10. 
    Als een ionverbinding oplost in water, ...
    A.
    treedt er een ionisatie op.
    B.
    treedt er een elektrolyse op.
    C.
    treedt er een dissociatie op.
    D.
    treedt er geen ionisatie, geen elektrolyse en ook geen dissociatie op.