2
.
Diegene
die
de
boodschap
uitstuurt
:
____________________
3
.
De
boodschap
die
teruggestuurd
wordt
door
de
ontvanger
:
____________________
5
.
De
zone
van
nabijheid
waarbinnen
geen
één
-
op
-
één
communicatie
mogelijk
is
:
____________________
8
.
De
vorm
van
communicatie
die
de
verbale
communicatie
moet
ondersteunen
,
zoals
lichaamstaal
,
intonatie
maar
ook
woordloze
geluiden
:
____________________
9
.
De
theorie
van
Edward
Hall
beschrijft
hoe
de
afstand
die
personen
laten
tussen
hen
tijdens
gesprekken
,
veel
zegt
over
hun
sociale
relatie
:
____________________
10
.
Een
meningsverschil
waar
men
zelf
niet
persoonlijk
bij
betrokken
is
.
Het
zijn
eerder
belangen
,
meningen
of
ideeën
die
botsen
.
Samenwerken
is
hierna
nog
vlot
mogelijk
:
____________________
11
.
De
feedback
gaat
over
de
persoon
zelf
aan
wie
men
de
feedback
richt
,
en
wordt
vaak
als
intrusief
/
aanvallend
ervaren
:
____________________
14
.
De
zone
van
nabijheid
waarbinnen
affectief
contact
mogelijk
is
:
____________________
16
.
Men
begint
feedback
steeds
met
een
"
.
.
.
"
om
aan
te
tonen
dat
het
de
ideeën
,
gevoelens
en
/
of
mening
is
van
de
zender
zelf
:
____________________
____________________
20
.
De
feedback
gaat
over
het
gedrag
die
iemand
stelt
:
____________________
21
.
De
feedback
die
ons
lijkt
te
ontglippen
,
die
we
uitsturen
zonder
hierover
na
te
denken
:
____________________
22
.
De
communicatie
wordt
uitgestuurd
,
maar
de
ontvanger
kan
geen
antwoord
terugsturen
:
____________________
23
.
De
vorm
van
feedback
waar
men
over
nagedacht
heeft
:
____________________
1
.
De
vorm
van
feedback
die
als
doel
heeft
om
gedrag
minder
vaak
of
niet
meer
te
stellen
:
____________________
4
.
Het
met
elkaar
in
verbinding
staan
van
mensen
om
te
overleggen
of
berichten
uit
te
wisselen
:
____________________
6
.
De
visuele
weergave
van
de
communicatie
tussen
zender
en
ontvanger
:
____________________
7
.
De
vorm
van
feedback
die
als
doel
heeft
dat
men
goed
gedrag
vaker
gaat
stellen
,
die
dit
bevestigd
:
____________________
11
.
De
Zone
van
nabijheid
waarbinnen
contact
mogelijk
,
maar
niet
noodzakelijk
is
.
Er
kunnen
wel
privé
-
zaken
besproken
worden
:
____________________
12
.
Alles
wat
de
communicatie
verstoort
:
____________________
13
.
Diegene
die
de
boodschap
van
de
zender
interpreteert
:
____________________
15
.
De
zone
van
nabijheid
waarbij
men
vlot
kan
communiceren
,
maar
niet
over
persoonlijke
zaken
spreekt
:
____________________
17
.
De
info
die
de
zender
wil
overbrengen
naar
de
ontvanger
:
____________________
18
.
De
vorm
van
communicatie
die
bestaat
uit
woorden
:
____________________
19
.
De
vorm
van
communicatie
waarbij
er
vlot
een
boodschap
tussen
zender
en
ontvanger
heen
en
weer
gestuurd
kan
worden
:
____________________
extra
:
Geen
positieve
of
negatieve
feedback
:
____________________
____________________