Créer une activité
Jouer Compléter
1 . Isa schrijft een e - mail naar een klant . Max schrijft e - mails naar ____________________ klanten .
2 . Dorien geeft drie planten water . Max geeft ____________________ de planten water .
3 . Sergei maakt een praatje met Paulien . Max maakt met ____________________ een praatje .
4 . Julia heeft haar documenten op alfabet gesorteerd . Max heeft ____________________ op alfabet gesorteerd .
5 . Tom kent een paar collega's bij naam . Max kent ____________________ collega bij naam .
6 . Lucas corrigeert een paar van zijn schrijffouten . Max corrigeert ____________________ zijn tikfouten .
7 . Sheila drinkt een blikje cola uit de frisdrankautomaat . Max drinkt ____________________ frisdrank uit de automaat , dus 50 blikjes per dag .
8 . Soms zit Kamal tijdens de pauze te werken . Max werkt tijdens ____________________ pauze gewoon verder .
9 . Niels doet soms wat werk voor Jeroen . Max doet werk voor ____________________ .
10 . Karin komt op sommige dagen moe thuis . Max komt ____________________ dag moe thuis .